This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Startopdracht
Vaste plekken
Mobiel in je tas of in de telefoontas
Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht
Mobiel in je kluis
Jas uit
Oortjes uit
Pen+ boek op tafel
Slide 1 - Slide
wat gaan we vandaag doen?
-Herhaling
-4.4 deel 2 uitleg
-aan het werk
-Afsluiten
Slide 2 - Slide
Waarnemen en reageren
4.1 Waarnemen
4.2 Zien en horen
4.3 Proeven, ruiken, voelen
4.4 Zenuwstelsel, les 2
4.5 Reageren door impulsen
4.6 Reageren door hormonen
Slide 3 - Slide
Begintaak
Welke 3 soorten zenuwcellen zijn er?
Slide 4 - Mind map
Korte herhaling
Slide 5 - Slide
Vanuit je gehoororgaan loopt de gehoorzenuw naar het centrale zenuwstelsel. Wat voor zenuw is de gehoorzenuw?
A
Bewegingszenuw
B
Gevoelszenuw
C
Gemengde zenuw
D
Het is geen zenuw
Slide 6 - Quiz
Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van
naar .
De uitloper is verbonden met ,
de uitlopers zijn verbonden met andere .
zintuigen
het centrale zenuwstelsel
lange
korte
een zintuig
zenuwcellen
het ruggenmerg of de hersenen
de huid
Slide 7 - Drag question
Schakelzenuwcellen hebben alleen uitlopers, die zijn verbonden met .
Schakelzenuwcellen geleiden impulsen van naar .
korte
lange
andere zenuwcellen
een andere zenuwcel
de ene zenuwcel
de hersenen of het ruggenmerg
het centrale zenuwstelsel
Slide 8 - Drag question
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen van
naar .
De uitloper is verbonden met ,
de uitlopers zijn verbonden met andere .
lange
korte
het ruggenmerg of de hersenen
spieren of klieren
een spier of een klier
zenuwcellen
het centrale zenuwstelsel
schakelzenuwcel
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Een gezond persoon doet de Ice Bucket Challenge en gooit een emmer ijswater over zijn hoofd. Hij wordt zich bewust van de kou. In welk deel van de hersenen gebeurt dit?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hersenschors
Slide 13 - Quiz
Welk gedeelte van de hersenen ontvangt en verwerkt impulsen?
A
Bewegingscentra van de grote hersenen
B
Gevoelscentra van de grote hersenen
C
Kleine hersenen
D
Hersenstam
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
Hoe werkt je geheugen?
1. Kortetermijngeheugen
Dit geheugen houdt informatie maximaal een half uur vast. Het gaat om informatie die je even nodig hebt en daarna weer kunt vergeten.
2. Langetermijngeheugen
Informatie die je belangrijk vindt herhaal je. Dat komt dan in je langetermijngeheugen. Hierbij worden zenuwcellen verbonden tot een vaste route: een geheugenspoor.
Slide 16 - Slide
Stoffen die invloed hebben op je hersenen
Drank:
Je wordt vrijer/gemakkelijker. Minder controle over bewegingen. Geheugen en concentratie worden slechter.
Drugs:
Verminderde concentratie, geheugen wordt slechter
Medicijnen:
Soms traag en suf
Slide 17 - Slide
Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen
Slide 18 - Quiz
Begrijp je de stof van hoofstuk 4? Wat heb je van mij nodig om de stof nog beter te begrijpen?
Slide 19 - Open question
De volgende les
Opdracht inleveren!
4.5 Reageren
Langs welke weg gaan impulsen bij bewuste bewegingen?