module 5 H2 Simultaan spelen H2.2 Collectieve goederen en het gevangenendilemma

 H2.2 Collectieve goederen en het gevangenendilemma
Leerdoel:
Ik kan het Nash-evenwicht van een spelsituatie met een gevangenendilemma bepalen.

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 H2.2 Collectieve goederen en het gevangenendilemma
Leerdoel:
Ik kan het Nash-evenwicht van een spelsituatie met een gevangenendilemma bepalen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dominante keuze

Bij het gevangenendilemma is er altijd sprake van een dominante keuze.


Als een speler, ongeacht de keuze van de andere speler, altijd dezelfde keuze maakt, spreken we van een dominante keuze.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Collectieve goederen

De kenmerken van collectieve goederen waren dat je er niemand van kunt uitsluiten en dat door de consumptie van het goed door één persoon en niet minder overblijft voor een ander.

Als één persoon het ‘koopt’, betekent dit dat een ander er ook voordeel van heeft.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Voorbeeld

Twee mensen, Leslie en Gerda, wonen aan de rand van een meertje. Dit meertje loopt tegenwoordig vaak over. Dit brengt bij beide personen schade aan tuin en huis van €1000,-. Ophoging van de oever kan dit probleem verhelpen. Ophoging kost € 1500,-.

Wordt de oever opgehoogd?

Slide 9 - Slide





De oever wordt ........................... opgehoogd.
Als één van de twee betaalt, heeft de ander daar ook profijt van, zonder dat zij daarvoor hoeft te betalen.

Dit is het meeliftgedrag. Dit zorgt ervoor dat mensen nooit zelf voor collectieve goederen zullen zorgen.

Slide 10 - Slide






De oever wordt niet opgehoogd.
Als één van de twee betaalt, heeft de ander daar ook profijt van, zonder dat zij daarvoor hoeft te betalen.

Dit is het meeliftgedrag. Dit zorgt ervoor dat mensen nooit zelf voor collectieve goederen zullen zorgen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dijken zijn een voorbeeld van een collectief goed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

In het gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk
A
voor 1 iemand het gunstigst is
B
voor beiden personen het gunstigst is
C
voor beiden personen niet het gunstigst is

Slide 14 - Quiz