P1-4 Staalconstructies

Staalconstructies
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BerekenenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Staalconstructies

Slide 1 - Slide

Staalconstructies
Staalconstructies zijn skeletconstructies
Staalskelet met invulling van geïsoleerde binnendozen, kalkzandsteen en een afbouw van staalplaat, metselwerk, timmerwerk oid.
Staalconstructie neemt alle krachten op.

Slide 2 - Slide

toepassingen
Eerst veelal vooral voor stallen maar tegenwoordig ook veel voor bedrijfsverzamelgebouwen, kantoor met werkplaats, kantoren, een enkel woonhuis (niet seriematig) maar ook hoogbouw

Slide 3 - Slide

Voordelen
Voordelen staalskeletbouw:
  • Montagebouw met veel prefab onderdelen (onafh. van weer)
  • werkt snel;
  • relatief lichte constructie;
  • goedkoop;
  • staal is recyclebaar;
  • droog systeem, demontabel.

Slide 4 - Slide

Nadelen van staalbouw?

Slide 5 - Mind map

Aandachtspunten
skeletbouw bestaat uit portalen, portalen kunnen schranken.
  • Voorkomen door schoren of momentvaste
    verbindingen.
  • Windverbanden aan te brengen
  • stabiliteitsvoorzieningen (als extra windbokken)

Slide 6 - Slide

En natuurlijk, doorbuiging!

Slide 7 - Slide

Aangepast blokkenschema
Het blokkenschema 7.2.3 op pagina 147 van het tabellenboek 
kent wat onvolkomenheden. Vandaar dat we deze hebben gefatsoeneerd. Hieronder vind je de goede versie:
blokkenschema
klik hier voor het aangepaste blokkenschema

Slide 8 - Slide

Wat moet je onderscheiden?
Er is een verschil tussen rekenbelasting en representatieve of karakteristieke belasting (Qd = rekenbelasting; Qrep of Qk = rep. of karakteristieke belasting)
Dit is dus de karakteristieke kracht (Fk) (ook wel de representatieve kracht (Frep)) genoemd keer de veiligheidsfactor(en) (γ).
dus ongeveer als:
Gk * γ1 + Qk * γ2 = Qd (bekend van de eurocode)
karakteristieke permanente belasting x veiligheidsfactor + karakteristieke gebruiksbelasting x veiligheidsfactor = rekenbelasting

Slide 9 - Slide

Waarom moet je dat weten?
Bij het berekenen van doorbuiging gebruiken we deze termen. dus:
qd, Md en fd zijn rekenbelasting, rekenmoment en rekenspanning, dus MET een veiligheidsfactor er in verwerkt!
qrep, Mrep en frep of qk, Mk en fk zijn representatieve- belasting, moment en spanning, danwel karakteristieke- belasting, moment en spanning, dus ZONDER de veiligheidsfactor er in verwerkt!

Slide 10 - Slide

Doorbuiging staalconstructies
We controleren op totale doorbuiging (W1, W2 en W3) en op bijkomende 
doorbuiging 
(w2 en W3).

zie ook blz 71 tabellenboek

Slide 11 - Slide

Doorbuiging staalconstructies
W1 is de doorbuiging tgv het eigen gewicht
W2 is de doorbuiging van een belasting op lange termijn
W3 is de directe doorbuiging van een belasting

W2 en W3 samen noemen we ook wel de bij(komende) doorbuiging)

Slide 12 - Slide

vervormingseisen verbeeld:
Ubij heet tegenwoordig Wbij (2 en 3)




Ueind heet tegenwoordig Wmax
of Weind

Slide 13 - Slide

stappenplan

Slide 14 - Slide

stap 3
controleren of Mberekend (Md) gedeeld door Mmaximaal kleiner is dan 1

Bereken met de gekozen profielen een Maximaal moment dat het profiel kan hebben (soort terugrekenen)
Check of het berekende moment gedeeld door het maximale moment kleiner of gelijk is aan 1.

Slide 15 - Slide

stap 4
Bereken de totale doorbuiging door alle  qk-krachten  bij elkaar  op 
te tellen en in te voeren in de formule voor de doorbuiging.

Herhaal dit met de qk krachten van de permanente belasting en 
voer dit in in de formule voor de doorbuiging.

Trek de doorbuiging van de permanente belasting af van de totale
doorbuiging. Nu heb je de bijkomende doorbuiging bepaald.

Slide 16 - Slide

rekenvoorbeeld en controle

Slide 17 - Slide

rekenvoorbeeld

Slide 18 - Slide

rekenvoorbeeld

Slide 19 - Slide

rekenvoorbeeld
Thuiswerkopgave

Slide 20 - Slide

tenslotte...
  • Werk overzichtelijk, overtuig met de berekening!
  • gebruik het stappenplan
  • gebruik het aangepaste blokkenschema
  • neem het belastingschema over, teken de D-lijn, M-lijn, bepaal de reactiekrachten, bepaal de Mmax, kies een profiel (Ipe, HEA, HEB, Unp), controleer, bepaal de doorbuiging, controleer en concludeer.
  • Inleveren via teams
    SUCCES!

Slide 21 - Slide