1h/v chapitre 5 les 10 1X

B
O
N
J
O
U
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

B
O
N
J
O
U

Slide 1 - Slide

Programme
- SO maken
- bespreken bande annonce
- grammaire bloc H
- Travail individuel
- planning pww (bio en wi)

Slide 2 - Slide

SO 
Jullie maken het SO A-D

Ben je klaar mag je even wat voor jezelf doen. 

Wees stil totdat de laatste persoon klaar is.

Slide 3 - Slide

Donne une note
010

Slide 4 - Poll

Donne une note
010

Slide 5 - Poll

Donne une note
010

Slide 6 - Poll

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Slide 7 - Slide

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Slide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?

Maxime porte un jeun bleu.
Maxime porte une ceinture bleue.
Maxime détestent les jeans bleus.
Maxime adorent les ceintures bleues.

Slide 9 - Slide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord 


Maxime porte un jeun (m ev) bleu. 
Maxime porte une ceinture (v ev) bleue.
Maxime détestent les jeans ( m mv) bleus.
Maxime adorent les ceintures (v mv) bleues.

Slide 10 - Slide

Grammaire bloc H
Het bijvoeglijknaamwoord past zich aan aan het zelfstandignaamwoord. 


Il est petit
Elle est petite
Ils sont petits
Elles sont petites

Slide 11 - Slide

Le prof est ______(méchant=gemeen)
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchantes

Slide 12 - Quiz

Les frères sont ______(content=blij)
A
content
B
contente
C
contents
D
contentes

Slide 13 - Quiz

J'ai une tente _____(vert=groen)
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 14 - Quiz

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sac à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 15 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos rouge
Il a une tente  rougee
Il a des sacs à dos rouges
Il a des  tentes rougees
Dus; als het bijv nw al eindigt op een -e komt er geen extra e bij.

Slide 16 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sac à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 17 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos gris
Il a une tente  grise
Il a des sacs à dos griss
Il a des tentes grises
Dus; als het bijv nw al eindigt op een -s komt er geen extra s bij.

Slide 18 - Slide

Grammaire Bloc H
Samenvatting
Let op: 
un T-shirt orange
une robe orange (geen extra E)

un T-shirt gris
des T-shirts gris (geen extra S)

Slide 19 - Slide

Travail individuel
Faire exercices: 30, 31
Apprendre: De zinnen van bloc G herhalen





planning pww : bio en wi

Slide 20 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
Waar hebben we het over gehad?

Slide 21 - Mind map