CH 5 Cours 14

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

lundi, 12 mai

apprendre: bloc H  alle groene blokken

+  alle aantekeningen

Programme pour lundi, 12 mai

 grammaire H - la suite

faire exercices

Objectifs

- je kent de plaats van het bijvoeglijk naamwoord 

- je kent de regelmatige en onregelmatige vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La plage est petit
2. La plage est petits
3. La plage est petite
4. La plage est petites

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Le lit est grand.
2. Le lit est grande.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La fleur est vert
2. La fleur est verte

Grammaire Bloc H

Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Il est grand

Het huis is mooi - La maison est belle

 Een groen T-shirt - Un t-shirt vert

Grammaire Bloc H

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleueu (blauw)op 4 verschillende manieren geschreven?

Maxime porte un jeun bleu.

Maxime porte une ceinture bleue.

Maxime détestent les jeans bleus.

Maxime adorent les ceintures bleues.

Grammaire Bloc H

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt  bleuloop 4 verschillende manieren geschreven?

Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord 

Maxime porte un jean (m ev) bleu. 

Maxime porte une ceinture (v ev) bleue.

Maxime détestent les jeans ( m mv) bleus.

Maxime adorent les ceintures (v mv) bleues.

Grammaire bloc H

Wat vul je in op de lijntjes?

grijs = gris

Il a un sac à dos _______

Il a une tente _______

Il a des sacs à dos _______

Il a des  tentes _________

Bij mannelijk zelfstandig naawoord blijft  gris hetzelfde geen dubbele s

Grammaire bloc H

Wat vul je in op de lijntjes?

grijs = gris

Il a un sac à dos gris

Il a une tente grise

Il a des sacs à dos  griss

Il a des  tentes  grises

Bij mannelijk zelfstandig naawoord meerv,  blijft  gris hetzelfde geen dubbele s

Grammaire bloc H

Wat vul je in op de lijntjes?

Rood = rouge

Il a un sac à dos _______

Il a une tente _______

Il a des sacs à dos _______

Il a des  tentes _________

Grammaire bloc H

Wat vul je in op de lijntjes?

Rood = rouge

Il a un sac à dos rouge

Il a une tente  rougee

Il a des sacs à dos rouges

Il a des  tentes rougees

!!!!!Dus; als het bijv nw al eindigt op een -e komt er geen extra e bij.

Le prof est ______(méchant=gemeen)

1. méchant
2. méchante
3. méchants
4. méchantes

Les frères sont ______(content=blij)

1. content
2. contente
3. contents
4. contentes

J'ai une tente _____(vert=groen)

1. vert
2. verte
3. verts
4. vertes

Herhaling: bloc H

Uitzonderingen: beau/belle, nouveau/nouvelle, vieux/vieille, bon/bonne

	ml ev	vl ev	ml mv	vl mv
goed	bon	bon ne	bons	bonnes
mooi	beau	belle	beau x	belles
nieuw	nouveau	nouvelle	nouveau x	nouvelles
oud	vieux	vie i lle	vieu x	vie i lles

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Mon grand-père est _____ (vieux)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Les filles sont _____ (beau)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Victor en Marc sont _____ (nouveau)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
la _____ (mauvais) note

C'était comment?
Hoe ging dit?

😒🙁😐🙂😃

révision

page 127

-ex 4A, 4B

page 129

- 5A, 5B, 5C

Devoirs

apprendre: bijvoeglijk naamwoord : schema bijzondere vormen uit je hoofd met vertaling

dus : b.v. nieuw = nouveau, nouvelle, nouveaux, nouvelles en de rest .....

leer blz 43 boc H n-f!!!

bloc G- phrases clés - blz 41 - schrijvend leren!