H5.3 en H5.4 adsorptie en oplossingen

instructie
H5.3 adsorptie en chromatografie
H5.4 oplossingen
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

instructie
H5.3 adsorptie en chromatografie
H5.4 oplossingen

Slide 1 - Slide

In deze les
  • Adsorberen
  • chromatografen
  • oplossingen
  • gehaltes berekenen

Slide 2 - Slide

alles scheidingsmethoden
filtreren
bezinken - centrifugeren
extraheren
indampen
destilleren
adsorptie
chromatografie

Slide 3 - Slide

adsorptie

Slide 4 - Slide

adsorberen
kleine deeltjes hechten zich aan het grote deeltje
Hoe beter het aanhechtingsvermogen hoe meer de deeltjes plakken

Slide 5 - Slide

micro
macro

Slide 6 - Slide

Op welk fysisch verschil berust het adsorptie?
A
Deeltjesgrootte
B
Oplossingsvermogen
C
Aanhechtingsvermogen
D
Kookpunt

Slide 7 - Quiz

deeltjesgrootte
dichtheid
oplosbaarheid
aanhechtingsvermogen
kookpunt
kookpunt
Indampen
destillatie
filtratie
adsorptie
extraheren
centrifugeren

Slide 8 - Drag question

chromatografie

Slide 9 - Slide

chromatograferen
startlijn met stip
vloeistoffront
stippen tussen vloeistoffront en startlijn

Papierchromatografie is een analyse

Slide 10 - Slide

kolomchromatografie
stationaire fase: 
waar de oplossing doorheen loopt
mobiele fase: 
het oplosmiddel

scheiden van (kleur)stoffen

Slide 11 - Slide

stof bepalen met chromatografie
De Rf-waarde = 

       Afstand stip tot startlijn         
Afstand vloeistoffront tot startlijn/stip

De Rf-waarde is een stofeigenschap

Slide 12 - Slide

kolomchromatogafie
scheidingsmethode
papierchromatografie
analyse van stoffen

Slide 13 - Slide

Scheidingsmethode: sleep blauw naar rood
Werkt door een verschil in...
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Aanhechting
Oplosbaarheid
Bezinken berust op een verschil in ...
Centrifugeren berust op een verschil in ...
Extraheren berust op een verschil in ...
Adsorberen berust op een verschil in ...
Chromatograferen berust op een verschil in ... (1) en ... (2)
Zeven berust op een verschil in ...
Destilleren berust op een verschil in ...
Indampen berust op een verschil in ...
Filtreren berust op een verschil in ...

Slide 14 - Drag question

oplossingen
stoffen (s,l,g) die in een andere vloeistof(l) zitten
wordt aangegeven in aq (aqua) als het in water zit

glucose opgelost is C6H12O6 (aq)

Tenzij anders vermeldt is de stof opgelost in H2O!

Slide 15 - Slide

oplossingen

Slide 16 - Slide

gehalte
hoeveel gram van de stof is opgelost in het volume water,

Slide 17 - Slide

rekenen met gehalte
In één blikje cola (330 ml) zit 35 gram suiker

Wat is het gehalte in g/L?
Hoeveel blikjes cola moet je drinken om 140 gram suiker binnen te krijgen?
Hoeveel gram suiker zit er in 1 fles cola van 1,5 L?  

Slide 18 - Slide

massa- en volume-percentage

Slide 19 - Slide