Herhaling 4.5 + 4.6 (KB4)

Voeding en vertering

12.5 - Organen voor de vertering

12.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voeding en vertering

12.5 - Organen voor de vertering

12.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Slide

Organen voor de vertering

Slide 2 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kan de werking van vertering door kauwen en door enzymen omschrijven het belang hiervan uitleggen
Je kan de verteringssappen noemen en uitleggen wat hun taak is

Slide 3 - Slide

Vertering
Kleiner maken van voedsel
Voedsel gaat via mond tot anus -> darmkanaal
Doel: voedingsmiddelen afbreken tot kleine stukjes -> door de darmwand in het bloed

Slide 4 - Slide

Kauwen
Hiermee verklein je je voedsel
Snijtanden -> (af)bijten 
Hoektanden -> vasthouden 
Kiezen -> kauwen

Mechanische vertering -> voedsel krijgt groter oppervlakte

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Verteringssappen
Gemaakt in verteringsstelsel -> allemaal eigen taak
Gemaakt door:
- Speekselklieren -> speeksel
- Maagsapklieren -> maagsap
- Lever -> gal
- Alvleesklier -> alvleessap
- Darmsapklier -> darmsap

Chemische vertering -> voedsel wordt verkleind door enzymen

Slide 7 - Slide

Enzymen

Slide 8 - Slide

Mond/keel
Begin vertering
Speekselklieren: Speeksel (verteringssap)

Verteerd zetmeel (koolhydraat)

Slide 9 - Slide

Maag
Maag maakt maagsap
Verteert eiwitten
Bevat zoutzuur!

Tijdelijke opslagplaats
Maagportier: laat kleine beetjes door

Slide 10 - Slide

Twaalfvingerige darm
2 extra verteringssappen

Galblaas --> Gal --> Emulgeert vetten

Alvleesklier --> Alvleessap ---> Alles!

Slide 11 - Slide

Dunne/dikke
Dunne darm: darmsap
Maakt het verteren af

Dunne darm: opnemen verteringsproducten
Dikke darm: haalt water uit de "voedselbrij"

Slide 12 - Slide

Dunne/dikke
Dikke darm: haalt water uit de "voedselbrij"

Bacteriën die cellulose kunnen verteren
- plantaardig voedsel
- Glucose

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 15 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt de delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van tanden en kiezen
Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie zijn

Slide 16 - Slide

Gebitselementen

Slide 17 - Slide

Bouw van het gebit 

Slide 18 - Slide

Bouw van het gebit
Kroon: bovenste deel van de tand
Wortel: zit vast in het kaakbeen
Glazuur: beschermt het tandbeen 
Tandbeen: is bedekt met een laagje cement
Tandholte: hierin liggen de zenuwen en bloedvaten 
Wortelvlies: bevestigd de wortel in de kaak

Slide 19 - Slide

Verzorging van het gebit
Tandbederf: aantasting van het gebit door tandplak
Een dun laagje aanslag dat iedere dag op je tanden blijft zitten
- Bestaat uit bacteriën
--> die breken suiker af in zuur
--> aantasting van het glazuur
--> ontstaan van tanderosie


Slide 20 - Slide

Tandbederf
Bacteriën zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten je glazuur aan.

Aantasting glazuur kan ook door voedingsmiddelen (zoals frisdrank en fruitsap)

Slide 21 - Slide

Dieet, gebit en darmen
Planteneters
Vleeseters
Alleseters

Slide 22 - Slide

Planteneter
  • Herbivoren
  • Lang darmkanaal
  • Plooikiezen -> planten malen
  • Geen hoektanden 

Slide 23 - Slide

Vleeseters
- Carnivoren
- Kort darmkanaal
- Knipkiezen

Slide 24 - Slide

Alleseters
- Omnivoren
- Gemiddeld darmkanaal
- Knobbelkiezen
- Snijtanden

Slide 25 - Slide

Overzicht

Slide 26 - Slide

Vragen?
Werk aan je opdrachten 
Denk eraan, vrijdag moet t/m P12.4 af zijn!!

Slide 27 - Slide