Basisstof 6: planteneters, vleeseters en alleseters

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Thema 4: Voeding en vertering

Basisstof 6: Planteneters, vleeseters en alleseters

Gal wordt gemaakt in de

1. speekselklier
2. maag
3. lever
4. galblaas

Wat doet een enzym?

1. Versnelt de stofwisseling door stoffen snel om te zetten in andere stoffen
2. Knipt de voedingsstoffen tot verteringsstoffen
3. Helpt bij de vertering van vetten
4. Maakt darmsap

Wat gebeurt er in de dikke darm?

Leerdoelen

-  Je kunt de delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken.

- Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.

- Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie is.

Het gebit

Bestaat uit snijtanden, hoektanden en kiezen.

Tandbederf

Aantasting van tanden  en kiezen door tandplak of tanderosie.

Poetsen met fluoride!

Tandplak

Dus laagje aanslag dat dagelijks op tanden en kiezen komt.

Gevolg:
- Bacteriën zetten
suikers om in zuur. Dit
lost het glazuur op

- Tandplak kan
verkalken tot kalksteen

Verschillen in het verteringsstelsel

Plantaardig voedsel is moeilijker verteerbaar dan dierlijk voedsel. 

Verschillen tussen: planteneters, vleeseters en alleseters.

Planteneters

- Lang darmkanaal

- Plooikiezen

- Vaak geen hoektanden

Sommige planteneters
zijn herkauwers

Vleeseters

- Darmkanaal is kort

- Knipkiezen

- Hoektanden zijn meestal groot, spits en scherp

Alleseters

- Darmkanaal is middellang

- Knobbelkiezen

- Hoektanden meestal aanwezig

Welk voedsel is moeilijker te verteren?

1. Plantaardig voedsel
2. Vlees

Welke kiezen hebben een paard?

1. Plooikiezen
2. Knipkiezen
3. Knobbelkiezen
4. Hoektanden

Wat eet een alleseter?

1. Dierlijk voedsel
2. Plantaardig voedsel
3. Dierlijk en plantaardig voedesel
4. Hij drinkt alleen

Is het darmkanaal van een hond kort of lang

1. Lang
2. Kort

Wat is een kat?

1. Alles eter
2. Planten eter
3. Vleeseter

Aan de slag!

Maak: Opdracht 40, 41, 42, 43, 46

Waar te vinden? Thema 4 basisstof 6
Hoe? Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.

Klaar? Leren voor de toets van donderdag op de manier die je zelf fijn vindt.