Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 28 slides, with text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
Slide 1 - Slide
- Welkom
- Lezen werken aan presentatie
- 9.2 Spelling bespreken
- theorie deel 2 9.2 + oefenen
Doel:
- Je schrijft werkwoorden juist, je kiest het juiste woord en je zet de dubbele punt op de juiste plek.
- Je kunt de regels van de apostrof goed toepassen
- Je maakt een onderbouwde keuze of je een getal in cijfers of in letters schrijft.
Wat gaan we doen vandaag:
Slide 2 - Slide
Dagopening
Slide 3 - Slide
Presenteren over het boek dat je in periode 1, 2 of 3 gelezen hebt.
Inplannen presentaties
- Zie magister/ teams (is voor jullie gedaan)
1. Start met het kiezen van een boek
2. Benoem in je presentatie alle drie de boeken
3. Bereid je presentatie voor.
4. Zet je presentatie in de opdracht in teams. Vanuit daar kan je je presentatie geven.
Literatuuropdracht
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Boek:
H9 opdracht 12 tot en met 18
Online:
9.2 - B, C en D
Let op keuzes met werkwoorden.
- B - welke vorm gebruik je op welk moment?
- C - verschil in letter kan een hoop uitmaken
- D - Plek van de dubbele punt
Bespreken H9
:
Slide 5 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Slide 6 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Aangeven dat iets van iemand is = naam/woord + s
Slide 7 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Aangeven dat iets van iemand is = naam/woord + s
De fiets van mijn vader = mijn vaders fiets
De tas van de juf = de jufs tas
Slide 8 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Aangeven dat iets van iemand is = naam/woord + s
De fiets van mijn vader = mijn vaders fiets
De tas van de juf = de jufs tas
Maar, de uitspraak moet wel blijven kloppen
- verjaardag van mijn oma = mijn oma's verjaardag
Slide 9 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Aangeven dat iets van iemand is = naam/woord + s
De fiets van mijn vader = mijn vaders fiets
De tas van de juf = de jufs tas
Maar, de uitspraak moet wel blijven kloppen
- verjaardag van mijn oma = mijn oma's verjaardag
Niet elke klinker doet dit:
Gekes vraag (je zegt Gekûh en niet Geké)
Slide 10 - Slide
Apostrof en bezitsvorm
Slide 11 - Slide
Cijfers en getallen
Wanneer schrijf je iets uit en wanneer gebruik je een getal
Uitschrijven: In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je kleine getallen (tot twintig) en ronde getallen voluit.
Getallen gebruiken:
- Bij maten, gewichten, jaartallen en afstanden zijn cijfers vaak overzichtelijker.
- Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.
Speciale tekens:
Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.
Slide 12 - Slide
Huiswerk: 10.2 - 4 en 5
Het huiswerk was ook leren...
Hoeveel signaalwoorden heb je geleerd?
Slide 13 - Slide
Gelijkheid of gelijkwaardigheid
Slide 14 - Slide
Boek:
opdracht 10, (samen filmpje kijken)
11, 12a, 13 en 17 - 20
Online:
10.3 - B - opdracht 1,2, 3 en 4a 10.3 - C - opdracht 1 en 2
10.4 - B - helemaal 10.4 - C - helemaal
Huiswerk bespreken:
Slide 15 - Slide
Boek:
opdracht 19 t/m 22
Online:
9.2 - E en F
Aan de slag met 9.2 :
Slide 16 - Slide
Mentorwerktijd:
- Evalueren afgelopen week
- Afspraken laatste periode
- Doornemen toetsrooster toetsweek
- Klassenafsluiting bedenken
- Huiswerk maken / persoonlijke vragen etc.
Doel:
- Je weet wat je moet doen (of laten) om de laatste periode succesvol af te sluiten.
- We hebben een activiteit staan waarmee we dit jaar gezamenlijk afsluiten.
Slide 17 - Slide
Mentorwerktijd:
- Evalueren week
Waar ben je trots op van de afgelopen week?
Welke les was het leukste?
Welke les was voor jou het meest succesvol?
Waar kwam dat door?
Welke les was het minst succesvol?
Wat was daar anders bij deze les, dan die succesvolle?
Slide 18 - Slide
Mentorwerktijd:
Afspraken:
Hoe ga je met elkaar om, met docenten en met je eigen werk?
Slide 19 - Slide
Mentorwerktijd:
Toetsrooster
Slide 20 - Slide
Mentorwerktijd:
Afsluiting schooljaar
Wat willen jullie doen om het jaar samen af te sluiten?
- 6 euro per leerling
Slide 21 - Slide
Mentorwerktijd:
Maak je eigen huiswerk/ leerwerk.
Slide 22 - Slide
Mentorwerktijd:
- Evalueren planning vorige week:
Valkuilen:
- Te veel inplannen
- Geen vrije tijd inplannen
- toch iets anders gaan doen
- te lang over een vak doen
- 'beeldschermstaren'
Bespreek met je buurman/buurvrouw welke oplossingen je voor deze valkuilen kunt bedenken
- Elk tweetal bespreekt straks de oplossingen
Slide 23 - Slide
Mentorwerktijd:
Slide 24 - Slide
Mentorwerktijd:
Slide 25 - Slide
Mentorwerktijd:
Opdracht:
Kijk naar de planning die je vorige week gemaakt hebt.
- Pas hem aan, zodat hij weer kloppend is
- Vul je planning aan, zodat hij weer een week verder loopt.
Ga aan de slag met het werk met je planning. (huiswerk maken)
Slide 26 - Slide
Portfolio
- Mooie gesprekken :)
- veel beloften om hard te werken (unaniem)
Daar gaan we in de klas ook aandacht aan besteden en dat verwacht ik ook terug te zien en te horen!
- Help elkaar daarin;
- Plattegrond die voor iedereen werkt;
- Veel leerlingen moeten er echt tegenaan, dus ook in de lessen elkaar positief stimuleren;
- Let op huiswerk - probeer zoveel mogelijk in de les effectief te maken;
- Huiswerk maken = gelijk leren. Dus theorie en woordjes stampen!
Slide 27 - Slide
Vragenlijst onderzoek
Hiervoor heb je je cijfers nodig. Schrijf deze snel op, daarna laptop weg