Thema 5: Jij en je omgeving

Thema 5
Jij en je omgeving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Persoonlijk ProfilerenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 5
Jij en je omgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In dit deel…

Ga je opzoek naar wat jou raakt- én waaraan jij een bijdrage zou willen leveren binnen jouw omgeving

Onderzoek je welk onderwerp jou aanspreekt, wat je kunt bieden met jouw talenten en in welke omgeving je dat het liefste zou doen. 

Hoe kan jij het verschil zou maken?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jouw omgeving:
In welk(e) stad (of dorp) ben jij woonachtig?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Geef in één zin een samenvatting over de plek waar jij vandaan komt:

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Laat in 1 plaatje zien wat -volgens jou- de TROTS van jouw stad/dorp is

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Jouw (persoonlijke) netwerk
Een netwerk is een verzameling van mensen waarmee je persoonlijk direct contact mee hebt en een relatie mee onderhoudt. 


Deze heeft 3 kenmerken
  • Netwerkomvang
  • Netwerksamenstelling
  • Netwerkrelaties

Bij die laatste kan je denken aan : familie, vriendschappen maar ook professionele en oppervlakkige contacten. 




Slide 6 - Slide

https://www.3nd.nl/leiderschap-belang-persoonlijke-netwerken/

Welke groepen mensen reken jij tot jouw persoonlijke netwerk?
Benoem ze van belangrijkst tot minst belangrijk.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Ik ben iemand die makkelijk mijn persoonlijke netwerk inschakelt als ik hulp nodig heb
Natuurlijk, je zit toch in mijn netwerk?
Jawel, maar alleen als het écht niet anders kan
Nee, ondanks mijn netwerk los ik iets liever zelf op
Absoluut niet, ik regel dingen zonder mijn persoonlijke netwerk in te zetten

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Als docent kan je een aantal situaties/casussen benoemen waarmee studenten dagelijks te maken krijgen. 
Hoe reageren zij hier over het algemeen op? 

Zijn hun antwoorden reactief, hoe kunnen zij daar dan een proactieve twist aan geven?

Voorbeelden:
  • Een student komt om in het huiswerk
  • Een student heeft geld nodig om rond te komen
  • Een student komt te laat voor een examen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ik ben iemand die 'snel geraakt' is
0100

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Ik heb weleens gehuild door het kijken van een film
Ja, dat heb ik
Dat heb ik nog nooit gedaan

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Geraakt worden (door te kijken)
Noteer voor jezelf de volgende dingen:
Wat zie je -subjectief- in deze afbeelding?
Welke emotie(s) ervaar je bij deze afbeelding?
Hoeveel "raakt" deze afbeelding jou (cijfer)?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Upload een link/plaatje met iets dat jou raakt op een positieve manier

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

BOOM opdrachten voor deze week
03 Ik En De Buitenwereld >
2. Oriëntatie > opdracht 2
3. Brainstormen > opdracht 4, 5
4. Mijn doel > opdracht 6 t/m 8
5. Geen talent > opdracht 9

04 Ik en de samenleving >
2. Oriëntatie > opdracht 1, 2








Slide 26 - Slide

This item has no instructions