Semaine 12 herhalen ABCD + oefenen G

Cours de la semaine 12
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cours de la semaine 12

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
      - ex. 24, 25a en b, 26a en b, 27a, b en c
  • Herhalen
     - A, B, C, D
  • Phrases Clés G / ex 28b/c, 30
     - Parler de quelqu'un
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Slide

Presentie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na deze week

...kun je iemand omschrijven.




Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole



- ex. 24, 25, 26, 27

Slide 5 - Slide

Herhalen: A+B
Doelen: Ken je woorden die te maken hebben met winkelen en kleding.

We gaan eens jullie kennis van de kleding in het Frans checken, schrijf je in en maak de volgende oefeningen. 

Slide 6 - Slide

De rode trui.

Slide 7 - Open question

Het zwarte
t-shirt(m).

Slide 8 - Open question

De bruine broek(m).

Slide 9 - Open question

DE ROZE
SCHOENEN(v. mv).

Slide 10 - Open question

De gele jurk (v).

Slide 11 - Open question

Opdracht
Werk samen met je buurman/buurvrouw.

1. Beschrijf de volgende twee kledingstukken:




2. Gebruik daarvoor de volgende zinnen:
    - Comment tu trouves ce/cet/cette/ces.....
    - Il coute combien?
    - Tu fais quelle taille?
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Herhalen: C
Doel: je kunt een gesprek voeren in een kledingwinkel.

We gaan even een vocabulaire oefening doen via de volgende sleepoefening: (draai je telefoon een slag).

Slide 13 - Slide

supermarkt
sieraden-
winkel
parfum-
winkel
kleding-
winkel
schoenen-
winkel

Slide 14 - Drag question

Opdracht
Kies nu een van de winkels hiernaast uit en kies vervolgens uit welke
producten je wilt kopen. Plaats deze bij de juiste winkel:
un jeu vidéo - un ourson (knuffelbeer) - une casque (koptelefoon) -  LEGO

> On va chez .....(kies een plaatje)?
< Bonne idée! Tu veux acheter quelque chose?
> Moi, je voudrais acheter .....
< Comment tu trouves ce/cet/cette/ces ...... ?
> Elle/Il est géniale. Elle/Il coute combien?
< Elle coute ....... euros (seulement).






Slide 15 - Slide

Phrases Clés G: parler de quelqu'un
Open je boek op p. 123. 

We nemen kort de Phrases Clés G door. 

Maak nu opdracht 30 (op werkblad). 
Je werkt alleen, je mag overleggen hoe je iets zegt of schrijft. Schrijf een tekstje waarin je jouw beste vriend of vriendin presenteert: 
- Vertel wie het is (naam, leeftijd, woonplaats, etc.)
- Vertel over zijn haar kleding (wat draagt hij/zij graag en welke kleuren?)
- Vertel ook wat hij/zij leuk vindt om te doen (hobby's, sporten, etc.)
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Presenteer je beste vriend(in)
De tekst die je hebt opgeschreven op je werkblad ga je nu mondeling presenteren aan een klasgenoot. 

Iedereen aan de linkerkant, gaat één plaatsje naar achteren. Je hebt maximaal 3 minuten om jouw eigen verhaal 
te vertellen en het verhaal aan te horen van 
jouw nieuwe buurman/buurvrouw.
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Omschrijf aan de hand van 2 zinnen je beste vriend/vriendin

Slide 18 - Slide

Les devoirs
Leren voor de volgende les: SO ABCD




Slide 19 - Slide