[2ABC] herhaling H3 stoffen

welkom
pak alvast:
-boek
-pen/potlood
-laptop
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

welkom
pak alvast:
-boek
-pen/potlood
-laptop

Slide 1 - Slide

herhaling H3 stoffen
3.1 stoffen en eigenschappen
3.2 veiligheid en milieu
3.3 faseovergangen
3.4 mengen en scheiden
3.5 moleculen

Slide 2 - Slide

3.1 Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water/olie
  • Dichtheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 4 - Slide

3.1 Dichtheid





Dichtheid:

geeft aan wat de stof 
per volume weegt. (g/cm^3)
                 

Slide 5 - Slide

3.1 Dichtheid berekenen

Slide 6 - Slide

Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vakje
Stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
Geur
Kleur
Hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase

Slide 7 - Drag question

Een metalen sleutel heeft een volume van 3 cm3 en weegt 7,9 gram. Wat is de dichtheid?
(geef je berekening en de juiste eenheid)

Slide 8 - Open question

Inhoud en volume maten omrekenen
omrekenen naar liters

Slide 9 - Slide

Omrekenen
750cL= ... L
A
12
B
120
C
1,2
D
0,12

Slide 10 - Quiz

Hoeveel vloeistof kan
in een tube van 100 ml?​


Tip: Je moet 'oversteken' van 'vloeibare inhoud' naar 'meetbare inhoud'

Tip: Maak niet de fout om te denken dat 1 cm3 gelijk is aan 1 cl​

Weten: Je kunt altijd oversteken van liters naar dm3 en van cm3 naar ml:
             km3 - hm3 - dam3 - m3   - dm3 - cm3 - mm3
             kl      - hl      - dal     - liter  - dl      - cl     - ml

hulp
Stap 1: Je moet omrekenen van 'meetbare inhoud' naar 'vloeibare inhoud
Stap 2: Je kunt alleen oversteken van dm3 naar liter OF van cm3 naar ml
hulp
cm3
A
100cm3
B
10cm3

Slide 11 - Quiz

3.2 Veiligheidspictogrammen

Slide 12 - Slide

3.2 giftige stoffen en dosis
Giftige stoffen en dosis
  • Bijsluiter geeft aan hoe medicijn te gebruiken
  • Dosis is de hoeveelheid stof die je binnenkrijgt
     --> Te kleine dosis: niet werkzaam
     --> Te grote dosis: schadelijk
  • Stof is giftig wanneer schadelijk voor je gezondheid 
 Blz. 118

Slide 13 - Slide

3.2 afval
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om te voorkomen dat schadelijk stoffen in het milieu komen
--> schadelijke stoffen naar klein chemisch afval (kca)
--> medicijnen naar apotheek
--> batterijen apart inleveren
Blz. 119

Slide 14 - Slide

3.2 afval
Afval hergebruiken
  • Afvalscheiding om grondstoffen opnieuw te gebruiken
--> recyclen = uit afval nieuwe producten maken (afval als grondstof voor nieuw product)
--> batterijen, plastic, papier, glas, metaal
--> groente-, fruit- en tuinafval (gft) als compost om grond te verbeteren
  • Restafval: niet gescheiden afval
Blz. 119

Slide 15 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over.
schadelijk
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig

Slide 16 - Drag question

Curare is een giftige stof die indianenstammen gebruikten op hun pijlpunten om hun tegenstanders te doden. De dodelijke dosis van curare voor een volwassene is 0,14 mg. In de paragraaf staat de dodelijke dosis voor digitalis is 3 g.
Welke stof is giftiger?
A
Curare
B
Digitalis

Slide 17 - Quiz

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Soorten afval

Slide 18 - Drag question

faseovergangen

Slide 19 - Slide

Faseovergangen

Slide 20 - Slide

Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt:
lager dan smeltpunt:
vaste stof
tussen smeltpunt en kookpunt:
vloeistof
hoger dan kookpunt:
gas 


Slide 21 - Slide

Sleep de faseovergangen op de juiste plek.
stollen
verdampen
smelten
condenseren

Slide 22 - Drag question

Wat is het smeltpunt van water
A
0
B
100
C
273
D
80

Slide 23 - Quiz

mengsels
  • Oplossing
  • is helder 
  • kan een kleur hebben
  • bestaat uit oplosmiddel
  • en opgeloste stof
  • Suspensie
  • is troebel 
  • is wit of gekleurd
  • bestaat uit vloeistof
  • en vaste stof

Slide 24 - Slide

Oplossing

Slide 25 - Slide

Mengsels scheiden
Filteren

het scheiden van een vaste stof uit een suspensie met behulp van een filter
Indampen

scheidingsmethode om een vaste stof uit een oplossing te halen

Slide 26 - Slide

Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 27 - Drag question

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 28 - Drag question

Zuiver
Zuiver
Zuiver
Mengsel
Mengsel
Mengsel

Slide 29 - Drag question

Oplosmiddel
Residu
Filtraat
Filter

Slide 30 - Drag question

succes met leren van de toets!
en fijne vakantie!

Slide 31 - Slide