OK 1, b2, 3; Talentontwikkeling en differentiatie

Onderwijskunde 1, blok 2, les 3
Talentontwikkeling en differentiatie 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
OnderwijskundeHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides.

Items in this lesson

Onderwijskunde 1, blok 2, les 3
Talentontwikkeling en differentiatie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoel en bekwaamheidseisen
Portfolio
Differentiatie
Wat is differentiatie
Verschillende vormen
Groepsindeling
Talentontwikkeling
Bronnen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
*De cursist kent verschillende vormen van differentiatie en kan deze toepassen ten behoeve van talentontwikkeling en leerlingenzorg. 

 

 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Koppeling opdracht
Na deze les kun je werken aan: opdracht 3
A.    Beschrijf of er op jouw werkplek gebruik wordt gemaakt van convergente of divergente differentiatie of welke vorm jou het meest aanspreekt en illustreer dit met minimaal twee concrete voorbeelden.
B.    Beschrijf in je eigen woorden met behulp van de literatuur wat jij onder talentontwikkeling verstaat en beschrijf een activiteit waarin aandacht is voor talentontwikkeling.
Let op: bij deze opdracht maak je zowel A als B

Portfolio blok 1 & 2 inleveren: maandag 31 mei


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

BHE (Bekwaamheidseisen) = STAGE
*De student kent verschillende methodes, methodieken en leermiddelen en criteria waarmee hij de bruikbaarheid ervan voor zijn leerlingen kan vaststellen. Hij kent verschillende manieren om binnen een methode te differentiëren en recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Hij kan de methode aanvullen en verrijken.

*De student kan de leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen en bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van zijn leerlingen.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesvoorbereiding
9. Groeperingsvormen: homogeen of heterogeen?
11. Leer-en hulpmiddelen: met welke leer- en hulpmiddelen en​ voorzieningen richt ik de leeromgeving in? Pictogrammen, zelfcorrigerend materiaal, correctieboekjes (lln die zelfstandig werken zelf na laten nakijken).
12. ICT: welke plaats geef ik het werken met digitale leermiddelen binnen de les/onderwijsactiviteit? ​ Snappet.
13. Klassenmanagement
14. Differentiatie
19. Leerlingbegeleiding



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Differentiatie 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is differentiatie? 
Differentiatie is de wijze waarop een leerkracht met de verschillen tussen leerlingen omgaat.


Als de leerkracht zowel met zijn aanbod als met zijn begeleiding ieder kind op zijn eigen niveau interessante uitdagingen weet te bieden.

Het bewust aanbrengen van verschillen in instructie of lesstof binnen een heterogene groep leerlingen op basis van hun resultaten en gedrag.

https://www.youtube.com/watch?v=Ke8jk59oGNs

https://www.youtube.com/watch?v=1Lm_1ImG-_E



Slide 8 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=Ke8jk59oGNs
https://www.youtube.com/watch?v=1Lm_1ImG-_E

Interne en externe differentiatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Convergent of divergent

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Convergent of divergent
Convergente differentiatie
Divergente differentiatie
*Alle kinderen doen succeservaringen op.
*Alle kinderen de gestelde minimumdoelen laten behalen.
*Nadruk ligt op het verbeteren van de prestaties van zwakkere kinderen (zodat zij ook de minimumdoelen kunnen behalen).

*Werken in groepen die voor langere tijd zijn ingedeeld naar niveau (divergeren).
*De leerdoelen zijn niet voor alle kinderen hetzelfde.
*Leraren bieden kinderen verschillende leerinhouden aan of kinderen werken toe naar verschillende eindproducten.

Slide 11 - Slide

Aanvullende informatie:
Fukkink, R. & Oostdam, R. (red)(2016). Onderwijs en opvoeding in een stedelijke context. Van startbekwaam naar stadsbekwaam. Bussum: Coutinho.  
Differentiëren in de superdiverse klas (blz. 170-173)   
Als docenten willen differentiëren dan gebeurt dat meestal op het proces. Er wordt meer of minder instructie en/of begeleiding gegeven en meer of minder tijd aan bepaalde concepten besteed. Bij variatie op inhoud gaat het bijvoorbeeld om het aanbieden van verrijkingsstof en bij variatie op product om het variëren in type toetsen. Deze manier van differentiëren is meestal gericht op cognitieve vaardigheden en het wegwerken van achterstanden. Het wegwerken van achterstanden wordt ook wel convergent differentiëren. Convergente differentiatie is erop gericht alle lln op het gewenste niveau te krijgen en dus de verschillen tussen lln te reduceren. 
Voor de ontwikkeling van leerlingen is naast het afstemmen van het onderwijs om de leerlingen de relatie met de groep ook belangrijk. Individuele activiteiten moeten daarom afgewisseld met groepsactiviteiten. Verschillen zijn een natuurlijk gegeven en de taak van het onderwijs is iedere leerling de beste ontwikkelingskansen te geven, met als gevolg dat de uitkomst van het onderwijs ook verschilt per leerling. Dit wordt divergent differentiëren genoemd. 
In een superdiverse klas zouden beide vormen van differentiatie toegepast moeten worden. Aan de ene kant is convergente differentiatie nodig vanwege de wettelijke kaders en aan de andere kant is divergente differentiatie nodig vanwege individuele verschillen in voorkennis, interesse en leerprofielen. 
3 voorbeelden van gedifferentieerd lesgeven waarbij rekening wordt gehouden met zowel de individuele kenmerken als de groepsdynamiek: 
Het leerarrangement: is een afspraak tussen docent en leerling die ruimte laat voor enige zelfstandigheid van de leerling en beperkte omvang heeft. De docent maakt een lijst met taken voor individuele lln en lln kiezen zelf hoe ze door deze lijst heen werken. De docent loopt gedurende het leerarrangement rond en biedt individuele hulp. De docent bewaakt of de leerdoelen behaald worden, bepaalt de toetsvorm en beoordeelt het eindresultaat.
De klas als werkplaats: bij deze werkvorm maken lln zelf keuzes m.b.t. de volgorde van de activiteiten en de tijd die zij aan de onderdelen besteden. De taak wordt in kleinere onderdelen opgesplitst. Het lokaal wordt ingedeeld in hoeken, waarbij in iedere hoek een andere activiteit plaatsvindt waar kleine groepen lln met elkaar werken. De leerkracht heeft bij het thema diverse verwerkingsactivteiten bedacht. Leerlingen rouleren langs de verschillende hoeken en werken telkens aan een activiteit.
Projectonderwijs: de projecten richten zich op een specifiek onderdeel van het curriculum. Leerlingen selecteren hun eigen onderwerp en werken hieraan onder supervisie van de leerkracht. De onderwerpen worden gekozen door leerlingen te vragen naar hun interesses. Docenten werken in teams en ondersteunen het proces en fungeren als consultant als het een onderwerp betreft waarover ze zelf expertise hebben. Deze werkvorm met uitdagende opdrachten en veel keuzes voor leerlingen doet een beroep op meerdere vormen van intelligentie en geeft ruimte voor veel verschillende leerlingkenmerken
Convergente differentiatie
Leraren die willen differentiëren kunnen daarmee twee verschillende doelen nastreven. De leraar die probeert alle leerlingen in de klas de gestelde minimumdoelen te laten behalen, doet aan Convergente differentiatie. De nadruk ligt dan op het verbeteren van de prestaties van zwakkere leerlingen, zodat ook deze leerlingen de minimumdoelen kunnen behalen.
Divergente differentiatie
De tegenhanger van convergente differentiatie is divergente differentiatie. Bij divergente differentiatie bieden
leraren de leerlingen bijvoorbeeld verschillende leerinhoud aan of werken leerlingen toe naar verschillende
eindproducten. Kortom: de leerdoelen zijn dan niet voor alle leerlingen dezelfde.
Aanvullende bronnen:
https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2019/09/Kennisrotonde-publicatie-Differentiatie.pdf
https://www.nro.nl/kennisrotondevragenopeenrij/beter-leren-volgens-convergente-of-divergente-differentiatie/

Convergent of divergent
Doen ze op deze school aan convergent of divergent differentiëren?
https://www.youtube.com/watch?v=Ke8jk59oGNs

En bij jou op school?




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Differentiatie in de klas: wat werkt? 
Convergent differentiatie
Directe instructie
Pre-teaching
Scaffolding
Inzet van ict
Samenwerkend leren
Flexibele heterogene groepen

https://www.kennisrotonde.nl/wat-werkt-er-nu-echt-handreikingen






Slide 13 - Slide

https://www.kennisrotonde.nl/wat-werkt-er-nu-echt-handreikingen

https://www.gelijke-kansen.nl/evidence/mastery-learning
Vormen van differentiatie
Differentiatie naar instructie: Bijvoorbeeld extra instructie geven aan een leerling die het nog niet begrijpt. De andere kinderen gaan gewoon aan het werk.
Differentiatie naar leerstof/opdrachten: Sommige leerlingen hoeven dan niet alle sommen te maken. De leerkracht selecteert weloverwogen in de hoeveelheid sommen.
Differentiatie naar tempo/tijd: De kinderen werken in eigen tempo een taak af. Een leerling mag dan wat langer doen over een opdracht dan de officiële tijd.
Differentiatie naar extra zorg: Een kind krijgt extra hulp van de leerkracht of van de remedial teacher en/of intern begeleider
Differentiatie naar toetsing: Sommige leerlingen hoeven dan bij de repetitie alleen de eerste tien vragen te doen; de andere leerlingen maken de hele repetitie.
Differentiatie naar beoordeling: Bijvoorbeeld: een leerling krijgt bij 4 fout een 7, terwijl een andere leerling gewoon een 6 krijgt.





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Groepsindeling

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Homogeen of heterogeen?
Homogeen groeperen: 
het maken van niveaugroepen, 
dus leerlingen van soortgelijk prestatieniveau 
bij elkaar in een groep plaatsen

Heterogeen groeperen: 
leerlingen van verschillende prestatieniveaus 
bij elkaar in een groep zetten





Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voordelen/nadelen
Homogeen groeperen: 
Voordelen:
Nadelen: 

Heterogeen groeperen: 
Voordelen:
Nadelen: 





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voordelen/nadelen
Homogeen groeperen: 
Voordelen: Maatwerk. Meer onderwijstijd voor zwakkere leerlingen.
Nadelen: Verschillen worden groter.

Heterogeen groeperen: 
Voordelen: Leren van elkaar. Hogere verwachtingen. Peer tutoring.
Nadelen: Iedereen evenveel onderwijstijd.





Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lesvoorbereiding
14. Differentiatie
Hoe speel ik in op de verschillen tussen leerlingen?
Denk hierbij aan tijd, niveau, onderwerp, inhoud.


Welke vormen van differentiatie gebruik ik?
Maak hier ook de koppeling naar de groeperingsvormen (op basis waarvan baseer je de niveaugroepen).

Vanaf nu vul je dit aspect in op je lesvoorbereidingsformulier! (als je dat nog niet deed).



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Talentontwikkeling 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is talent? 
Talent is een verzameling van hoogontwikkelde kennis en vaardigheden op basis van een natuurlijke aanleg van het kind, die tot bloei kan komen dankzij een stimulerende omgeving en eigen motivatie.
Gagné, 2004

Het creëren van omstandigheden, een rijke leeromgeving, om zoveel mogelijk leerlingen hun talenten en interesses te laten ontdekken en deze te ontwikkelen door onder andere te differentiëren, en door het aanbieden van verschillende leeractiviteiten, workshops en/ projecten.




Slide 21 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=Ke8jk59oGNs
https://www.youtube.com/watch?v=1Lm_1ImG-_E

Talentontwikkeling in de klas
Talentontwikkeling: zicht krijgen op kinderen en hun onderwijsbehoeften.
Rijke speelleeromgeving.
Doelgericht uitlokken van talenten, vaardigheden en interesses.
Passende begeleiding en rijke activiteiten.


In dit filmpje wordt een voorbeeld getoond van talentontwikkeling op een basisschool, het lijkt in eerste instantie vooral gericht op (hoog-/meer-) begaafde leerlingen, maar de voorbeelden die worden gegeven, zoals het circuit, kunnen gebruikt worden voor alle leerlingen.

Semester 2, blok 3: meer- en hoogbegaafdheid



Slide 22 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=Ke8jk59oGNs
https://www.youtube.com/watch?v=1Lm_1ImG-_E

Hoe zie jij talent van kinderen?
Stimulerend signaleren
Creëren van een rijke speelleeromgeving waarin je doelgericht talenten, vaardigheden en interesses uitlokt, aanspreekt en observeert.
(SLO, 2019)



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe zie jij talent van kinderen?
Belangrijk is dat je de talenten van de leerlingen zoveel mogelijk probeert te ontdekken en dat leerlingen deze ook zelf kunnen ontdekken en dat je activiteiten aanbiedt die daarop aansluiten.


Een hulpmiddel daarbij voor het jonge kind is het pdf-document dat op Moodle bij deze les is geplaatst: Talenten van jonge kinderen zien en begeleiden van het SLO.


Een hulpmiddel daarbij voor het oudere kind is het pdf-document dat op Moodle bij deze les is geplaatst: Placemat; ontdek jouw talenten en voorkeuren.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Relatief nieuw concept
Talentontwikkeling is nog een relatief nieuw concept binnen het onderwijs,
daardoor is er nog niet zoveel consensus over de definitie
en meest effectieve manier waarop je dit kunt doen als leerkracht

Voor portfolio-opdracht 3 B mag je gebruik maken van bronnen die jezelf hebt gevonden en de verplichte en aanbevolen bronnen.




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Talentenmiddag. Organiseer schoolbreed een ‘talentenmiddag’ voor alle kinderen. Kinderen kunnen van te voren aangeven of ze een eigen korte workshop willen organiseren over iets wat ze heel goed kunnen . De andere kinderen mogen zich vervolgens inschrijven bij een of meerdere van deze workshops. Tijdens een hele middag staan de talenten van kinderen centraal en mogen ze deze talenten delen met elkaar.
Benoem elkaars talenten. Laat kinderen op een blaadje in de vorm van bijvoorbeeld een ster opschrijven waar ze goed in zijn. Ze schrijven ook hun eigen naam erbij. Vervolgens gaan ze de werkvorm ‘mix en ruil’ doen.  De tweetallen wisselen elkaars kaartje blaadje en schrijven één ding op waar de ander goed in is (eventueel op elkaars rug). Daarna maken ze weer een ander tweetal. Uiteindelijk komen alle blaadjes weer terecht bij de juiste kinderen en hebben ze een lijstje vol talenten/kwaliteiten.
De talentencirkel. Een leuke kennismakingsopdracht: Laat de kinderen een ‘talentencirkel’ verdelen in 8 gelijke punten. De kinderen tekenen de antwoorden van de onderstaande 5 vragen in de cirkel. Vervolgens kunnen alle cirkels opgehangen worden in de klas en bespreek je de overeenkomsten en verschillen. Kinderen raden van wie de cirkel kan zijn. Vragen kunnen zijn: Waar ben jij trots op? Wat vind jij het allerleukste (vak) op school? Wat ben jij heel goed in? Wat is jouw talent? Wat wil je graag (in de toekomst) kunnen?




Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Motiverend lesgeven. Sluit dit aan bij talentontwikkeling? 




Zie ook: https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/talentontwikkeling-en-motivatie


Resultaat = talent x strategie x inzet

https://www.leraar24.nl/50173/talentontwikkeling-bij-leerlingen/



Slide 27 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=jiqXhIuNmuI&feature=youtu.be
Meervoudige intelligentie 
Meervoudige intelligentie is meer een filosofie dan een bewezen theorie. Het inspireert wel tot aanpassingen in de klas. 

https://www.leraar24.nl/69417/acht-typen-intelligentie-van-gardners-meervoudige-intelligentie-theorie/
https://www.leraar24.nl/214734/verhoogt-het-inzetten-op-meervoudige-intelligenties-de-leerresultaten/










Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Visie
Uitwisseling in groepjes. 


Waar zou jij in jouw onderwijs meer aandacht aan willen besteden? Waarom?




Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Tot slot
Volgende keer: blok 2, bijeenkomst 4, Leerlingenzorg en differentiatie, 21 mei. 

Blok 2, bijeenkomst 5, presentaties, 28 mei.


Portfolio blok 1 & 2 inleveren: maandag 31 mei. 

Start onderwijskunde 1, blok 3, 4 juni. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
Verplicht: 

Gerritsen, J. & Klapwijk, C. (2013). Praktijkwijzer basisonderwijs. Snel en doeltreffend handelen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Zie de volgende drie bestanden, namelijk: Convergente differentiatieDivergente differentiatie en Onderwijsbehoeften

SLO (z.d.). Talentontwikkeling. Geraadpleegd op 10-4-2020, van https://slo.nl/thema/meer/talentontwikkeling/talent/

Winkels, J. & Hoogeveen, P. (2018). Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk. Assen: Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Pagina 34-35 







Slide 31 - Slide

This item has no instructions