Begrijpend lezen

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4

Begrijpend lezen

oefenen voor de IEP!

Lezen!

We gaan samen de eerste tekst lezen.

De tekst heet Zwem Job!

Wat past het best op plaats 1?

1. dag
2. jaar
3. maand
4. week

Wat past het best op plaats 2?

1. Allang
2. Goed
3. niet
4. ook

Wat past het best op plaats 3?

1. Dus
2. maar
3. of
4. want

Wat past het best op plaats 4?

1. Angstig
2. op hun gemak
3. voorzichtig
4. vrolijk

Wat past het best op plaats 5?

1. blij
2. boos
3. lief
4. nat

Wat past het best op plaats 6?

1. Zijn ze vast nog vrienden
2. kunnen ze nog niet zwemmen
3. zijn ze jarig
4. zit Job op zwemles

Tekst lezen

We gaan samen de tekst lezen

De tekst heet Bellen blazen

Lees de zin met het rondje ervoor. Wat wordt bedoeld met 'het'?

1. Bellen blazen
2. een cadeau krijgen
3. in bad gaan
4. naar een feestje gaan

Lees de zin met het ruitje ervoor. Welk kopje past hier?

1. Wat moet je doen?
2. Wat moet je kopen?
3. Zo blaas je bellen
4. Zo maak je het ringetje

lees de zin met het sterretje ervoor
Wat moet er op plaats van de X staan?

1. Een eetlepel
2. Een glas
3. een stukje
4. een theelepel

Lees het stukje met [ ervoor.
Welke zin is waar?

1. Als je grotere bellen wilt, moet je een langere draad gebruiken
2. Als je grotere bellen wilt, moet je harder blazen
3. Als je grotere bellen wilt, moet je het ringetje dubbel vouwen
4. Als je grotere bellen wilt, moet je meer sop maken