8.3 Naar een verzuilde samenleving

1848: Revolutiejaar >
grondwetshervorming
  • 1815: Restauratie > Koning veel macht, oa: Koninklijke Besluiten (+ besluit zonder goedkeuring van parlement)
  • 1848: Grondwetswijziging van Thorbecke >
  • Macht vorst beperkt, macht parlement groter
  • -  ministeriële verantwoordelijkheid
  • - koninklijke onschendbaarheid
  • - 1e Kamer getrapt gekozen door Prov. Staten
  • - 2e Kamer direct gekozen (censuskiesrecht)
  • - recht van amendement/enquête/budget (2jr)
  • - Grondrechten:
  • - Vrijheid van onderwijs, godsdienst, meningsuiting
  • - Vrijheid van vereniging en vergadering > pol.partijen:
  • ARP nav schoolstrijd > basis voor 
  • Verzuiling, eind 19e eeuw 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1848: Revolutiejaar >
grondwetshervorming
  • 1815: Restauratie > Koning veel macht, oa: Koninklijke Besluiten (+ besluit zonder goedkeuring van parlement)
  • 1848: Grondwetswijziging van Thorbecke >
  • Macht vorst beperkt, macht parlement groter
  • -  ministeriële verantwoordelijkheid
  • - koninklijke onschendbaarheid
  • - 1e Kamer getrapt gekozen door Prov. Staten
  • - 2e Kamer direct gekozen (censuskiesrecht)
  • - recht van amendement/enquête/budget (2jr)
  • - Grondrechten:
  • - Vrijheid van onderwijs, godsdienst, meningsuiting
  • - Vrijheid van vereniging en vergadering > pol.partijen:
  • ARP nav schoolstrijd > basis voor 
  • Verzuiling, eind 19e eeuw 

Slide 1 - Slide

8.3 Gevolgen toegenomen geloofsvrijheid (van gewetensvrijheid naar godsdienstvrijheid in de 19e eeuw) in Nederland:
  • 1.  Emancipatie van de katholieken >
  •      benoeming bisschoppen, bouw RK Kerken, politiek zelfbewustzijn
  • 2. Nieuwe calvinistische richtingen:
  •      rechtlijniger in de leer 
  • 3. Confessionalisme:
  •     politiek op christelijke grondslag  (Groen van Prinsterer, anti-revolutionairen)

Slide 2 - Slide

Belangrijk voor Nederland in de 19e eeuw:
1. Aan het eind van de 19 eeuw speelden de volgende 'kwesties'
- kiesrechtkwestie: wie mogen stemmen ?
- schoolstrijd: wie betaalt bijzonder onderwijs (christelijk) ?
- kiesstelsel: districtenstelsel handhaven of stelsel van evenredige vertegenwoordiging ?
- sociale kwestie: armoedeprobleem 
2. In de 19e eeuw wilden drie groepen 'emanciperen' (Zie ook de KA!!!)
- arbeiders > recht om te stemmen, vakbonden op te richten, verbetering arbeidsomstandigheden
- vrouwen >o.a.  recht om te stemmen, recht op scholing, recht om te scheiden
- katholieken : waren sinds einde 80-jarige oorlog op achterstand geraakt > volledige gelijkheid van godsdienst
- Opkomst van politiek maatschappelijke stromingen, etc
- Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en vrouwen
- Opkomst van emancipatiebewegingen, etc

Slide 3 - Slide

Schuilkerken in Nederland

Dit is in Abrahams Schoot, RK, Gorinchem
De Rode Hoed, A'dam
Maria en Ursula kerk, RK, Delft
Penninckshuis, Doopsgezind, Deventer
Onze lieve heer op solder, A'dam

Slide 4 - Slide

Sint-Nicolaaskerk, Sint Nicolaasga
1887 (J.D. van der Weide)
Sint Jacobskerk, Den Haag
1875 - 1878 (Pierre Cuypers)

Slide 5 - Slide

Spanningen in Nederland >
schoolstrijd:
= de strijd voor de financiële gelijstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs 
  • Houding diverse 'stromingen' in de politiek:
  • Liberalen: 
  • 'wie iets bijzonders wil, moet een bijzondere bijdrage leveren'  > tegen
  • Confessionelen:
  • 'openbaar onderwijs heeft te weinig oog voor traditie en religieuze waarden'   > voor
  • Socialisten:
  • 'overheid moet christendom niet subsidiëren'  > 
  • tegen

    einde schoolstrijd: Pacificatie, 1917
    Zie Marx: 'Godsdienst is opium voor het volk'

    Slide 6 - Slide

    Groepen in Nederland
    In de 19e en begin 20e eeuw is de Nederlandse bevolking onder te verdelen in 3 (of 4) groepen:
    1. socialisten
    2. confessionelen
    3. liberalen
    Belangrijk grondrecht: 
    recht van vereniging en vergadering

    Slide 7 - Slide

    Verzuiling: het leven van ieder individu wordt bepaald door de 'zuil' (RK/Prot/Lib/Soc) waarin hij of zij is opgegroeid.
    • Eerste aanzet door Abraham Kuyper (1837-1920):
    • Oprichting ARP (1879) en:
    • - eigen krant (de Standaard), universiteit (VU)
    • - eigen 'Scholen met den Bijbel', eigen detaillisten
    • - eigen koren, korpsen,  jongerenvereningen,
    • Ook partners moesten in de eigen kring worden gevonden
    • Belangrijk: ook ander stromingen richtten partijen op:
    • Hervormden: CHU (opgegaan in CDA)
    • Katholieken: RKSP (later KVP, opgegaan in CDA)
    • Liberalen: LU Liberale Unie (later: VVD)
    • Socialisten: SDAP (na '45: PvdA)
    • Verzuiling had gevolgen voor opkomst andere partijen, 
    • vb: NSB  (jaren '30) > geen kans om te groeien!!

    Slide 8 - Slide

    Andere uitingsvormen van 'Verzuiling':

    Slide 9 - Slide

    Ondanks verzuiling bleek Nederland wel bestuurbaar:
    • Traditie van tolerantie
    • Binnen eigen zuil individuele ontplooiing
    • 'Uitruil' van programmapunten > Pacificatie (1917):
    • -  algemeen kiesrecht
    • -  financiële gelijkstelling onderwijs
    • -  evenredige vertegenwoordiging
    • 'Pacificatie aan de top en polarisatie aan de basis', zie coalitiekabinetten
    Coalitiekabinet Colijn II (1933-35): RKSP, ARP, CHU, VDB, LSP, partijloos 

    Slide 10 - Slide

    Na WO II: Ontzuiling door
    • 1.  Samenwerking in verzet verruimde blik op elkaar
    • 2. Wederopbouw na WO II vereiste samenwerking
    • 3. Ontkerkelijking, van invloed:
    •     -  Komst verzorgingstaat (afname sociale functie kerk)
    •     -  Toename welvaart > andere keuzes in weekenden +
    •     -  Komst tv > meer zicht op opvattingen in andere zuilen

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    Slide 13 - Video

    Slide 14 - Video