10.4 Zuur-basereacties

6.4 Zuur-basereacties

Wat moet je kennen en kunnen?

  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een zuur-basereactie.
  • Je kent een aantal zuur-basereacties.
  • Je weet welke deeltjes zuur of basisch zijn.
  • Je kunt zelf een zuur-basereactie opstellen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.4 Zuur-basereacties

Wat moet je kennen en kunnen?

  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een zuur-basereactie.
  • Je kent een aantal zuur-basereacties.
  • Je weet welke deeltjes zuur of basisch zijn.
  • Je kunt zelf een zuur-basereactie opstellen.

Slide 1 - Slide

Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4

Slide 2 - Drag question

Wat is de naam van het zuur: HAc

Slide 3 - Open question

Hydroxide
Oxide
Ammoniak
Carbonaat
NH3
-OH-
-O2-
-CO32-

Slide 4 - Drag question

Wat is een eigenschap van een base?
A
Base kan een H+ opnemen
B
Base kan een H+ afstaan

Slide 5 - Quiz

Vraag 
Zoutzuur en natronloog laat je met elkaar reageren.

Slide 6 - Slide

Welke ionsoorten zijn er in zoutzuur aanwezig?

Slide 7 - Open question

Welke ionsoorten zijn er in natronloog aanwezig?

Slide 8 - Open question

Welke ionsoorten reageren met elkaar?
Zoutzuur en natronloog laat men met elkaar reageren.
Welke ionen reageren met elkaar?

Slide 9 - Open question

Noteer de zuur-base reactie tussen H+ en OH-. Er ontstaat een neutrale stof

Slide 10 - Open question

Zoutzuur en natronloog laat men met elkaar reageren.
Welke ionsoorten zijn na de reactie nog aanwezig?

Slide 11 - Open question

Zuur-basereacties/neutralisatie
Base nemen de H+ op die het zuur afstaat.
Als er even veel H+ wordt opgenomen als afgestaan zal de oplossing neutraal worden. (pH = 7)
Naast de H+ en de base zijn er ook andere ionen die niet meedoen. Dit zijn tribune ionen. Deze veranderen niet van fase of vorm.



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zuur-basereacties/neutralisatie
Als ik 1 druppel verdunde base in een vat vol geconcentreerd zuur doe zal de pH niet 7 worden.

Toch worden er een aantal deeltjes geneutraliseerd. Daarom wordt het neutralisatie genoemd.



Slide 14 - Slide

Zuur-basereacties in stappen
Stap 1: Schrijf alle ionen/stoffen op die meedoen.
Stap 2: Kijk welk stof zich als zuur gedraagt en welk stof zich als base gedraagt.
Stap 3: Schrijf de reactie op en maak hem kloppend (als het nodig is).
Stap 4: Kijk ook of de tribune-ionen nog met elkaar kunnen reageren en bijv. een onoplosbaar zout kunnen vormen.



Slide 15 - Slide

Hoe kun je controleren of er een
zuur-base reactie heeft plaats gevonden?
(toetsvraag)

Slide 16 - Open question

Mierenzuur reageert met natriumoxide. Leg uit of dit wel of geen zuurbase reactie is

Slide 17 - Open question

Citroenzuur reageert met kaliumnitraat. Leg uit of dit wel of geen zuur/base reactie is

Slide 18 - Open question

Kalk is calciumcarbonaat. Als je kalk weg laat halen met schoonmaakazijn spreek je dan van een neutralisatie reactie?

Slide 19 - Open question

Zoutzuur reageert met magnesium. Hierdoor verdwijnt het zuur. Leg uit of er hier sprake van een neutralisatie reactie is ?

Slide 20 - Open question

Toepassing zuur-base reacties
  • ontkalken
  • neutraliseren van ammoniak uit mest in veestallen
  • tegengaan verzuring van grond
  • kunstmest maken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Meest voorkomende zuur basereacties
Zoutzuur neutralisatie:

Neutralisatie van ammoniak:

Ontkalkingsreactie:

Verzuringsbestrijding

Slide 24 - Slide

Schrijf de zuurbase reactie op
Zoutzuur met kalk (CaCO3
Azijnzuur (HAc) met natronloog

Doe het zelfstandig op papier.
Je hebt 10 minuten daarna bespreken we het.
Klaar? Maak de opgaven van het boek paragraaf 4

Slide 25 - Slide

10.4 Zuur-basereacties

Wat moet je kennen en kunnen?

  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een zuur-basereactie.
  • Je kent een aantal zuur-basereacties.
  • Je weet welke deeltjes zuur of basisch zijn.
  • Je kunt zelf een zuur-basereactie opstellen.

Slide 26 - Slide