persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Herhaling
Enkelvoudige zin

Samengestelde zin

Voegwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling
Enkelvoudige zin

Samengestelde zin

Voegwoorden

Slide 1 - Slide

Nederlands
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Lezen
2. Herhaling voegwoorden
3. Nakijken opdracht 3 blz. 202
4. Leerdoel vandaag
5. Uitleg par. 4: pers. en bez. vnw
6. Aan de slag
7. Kahoot 

Slide 3 - Slide

Lesdoel van vandaag
-Je kunt persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen.
-Je weet het verschil tussen de twee voornaamwoorden. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?
A
Jouw verhaal
B
Het verhaal van jou
C
Onze telefoon
D
Geef elkaar een hand

Slide 8 - Quiz

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Het woord:
JOUW
is een
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 5 van blz. 210-211 

Je werkt 10 min in stilte, daarna mag je in 2-tallen overleggen

Klaar?  Lezen of ga aan ander huis- of leerwerk 
timer
10:00

Slide 11 - Slide