H1D - geschiedenis [week 36, les 1]

1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zet de mensen van de burgerij (inwoners van de stad) op de juiste plek
bedelaars
Winkeliers en ambachtslieden
Rijke kooplieden
Gewone (arme) arbeiders

Slide 4 - Drag question

Gildemeesters hadden een hekel aan concurrentie.
- Leg kort uit wat concurrentie betekent.
- Leg uit hoe de gildemeesters concurrentie probeerden te voorkomen.

Slide 5 - Open question

Welke uitspraken over de gilden zijn juist? 
Sleep deze naar het vakje juist en sleep de overige naar het vakje onjuist.
juist
onjuist
Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde ziek was.
Het gilde had niets te zeggen over de prijzen van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde doodging.
Het gilde vervulde geen rol in het opleiden van nieuwe ambachtslieden.

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

1. In de                       middeleeuwen ontstonden            weer steden.

2. In die steden was eerst de                                                    de baas.

3. Later kregen de inwoners van de steden                                              macht dan de adel.

4. Dat kwam omdat de                          stadsrechten      kregen, in ruil voor geld.

5. De adel werd dus                           en de inwoners van de steden werden machtiger.

1. 


2.



3.


4.

5. 
 



vroege 
late
adel 
inwoners van de steden
meer
minder
inwoners van de steden
de adel
rijker
armer

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide