formatieve vragen thema water

Formatieve vragen
Thema water
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Formatieve vragen
Thema water

Slide 1 - Slide

de faseovergang van gas naar vast heet:
A
sublimeren
B
rijpen
C
stollen
D
condenseren

Slide 2 - Quiz

tussen welke fasen zit het smeltpunt?
A
van vast naar gas
B
van vast naar vloeibaar
C
van vloeibaar naar vast
D
van vloeibaar naar gas

Slide 3 - Quiz

wat zijn de afkortingen van de fasen?
Noteer: vast = .. vloeibaar = .. gas = ... opgelost in water = ..

Slide 4 - Open question

in welke fase zitten de moleculen het dichtst bij elkaar?
A
vloeibaar
B
gas
C
vast

Slide 5 - Quiz

trillen op de plaats
bewegen langs elkaar heen
bewegen heel snel, ver van elkaar
vast
gas
vloeibaar

Slide 6 - Drag question

bij welke fase hoort het koken van water?
A
(g) --> (l)
B
(s) --> (l)
C
(l) --> (g)
D
(l) --> (s)

Slide 7 - Quiz

twee vloeistoffen die niet mengen noem je een
A
oplossing
B
emulsie
C
suspensie

Slide 8 - Quiz

het bevriezen van water kan je in een schema zetten. welke is de juiste?
A
water(s) --> water(l)
B
water(g) --> water (s)
C
water (l) --> water (g)
D
water(l) --> water(s)

Slide 9 - Quiz

Wat is de formule voor concentratie berekening?
A
massa / volume
B
volume / massa
C
massa opgelost stof / volume oplossing
D
Volume oplossing / massa opgeloste stof

Slide 10 - Quiz

In 1,5 L Cola zit 0,135 g cafeïne.
Wat is de concentratie cafeïne in cola?
A
11,1 g/L
B
0,09 g/L
C
0,20 g/L
D
Geen idee

Slide 11 - Quiz

Als je meer suiker in de thee doet, neem de concentratie toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

10 gram suiker wordt opgelost in 100mL. Wat is de concentratie?
A
10g/100mL
B
100g/L
C
1g/10mL
D
0,1g/mL

Slide 13 - Quiz

Zeep heeft een
A
Hydrofobe kop
B
Hydrofiele kop
C
Is geheel hydrofiel

Slide 14 - Quiz

zeep en eigeel zijn voorbeelden van een: ...
A
suspensie
B
emulgator
C
kooktraject
D
oplosmiddel

Slide 15 - Quiz

Zeep zorgt ervoor dat vet met water kan mengen, zeep is dus een....
A
ionenwisselaar
B
Emulgator
C
Ontharder
D
Ontvetter

Slide 16 - Quiz

In een grote melkfles (2 L) zit 80 gram vet. Bereken de concentratie vet in het melk in g/L.

Slide 17 - Open question

In 2,4 L cola zit ongeveer 350 gram aan suiker. Bereken de concentratie in g/L.

Slide 18 - Open question