Voorbereiden summative writing

Voorbereiden summative writing
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiden summative writing

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 3/6
* Woordvolgorde 
* Voorbereiden voor summative writing assessment 
(vrijdag 6/6)
* Lezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Summative writing
Schrijf een tekst over 'hobby's'

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Criteria Phase 3-4 (Capable)
i. use a wide range of vocabulary
ii. use a wide range of grammatical structures generally accurately
iii. organize information effectively and coherently in an appropriate format using a wide range of simple and complex cohesive devices
iv. communicate all or almost all the required information with a clear sense of audience and purpose to suit the context

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uitleg woordvolgorde

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordvolgorde - hoofdzin (main clause)
Rule 1: Verb comes in second place.
Rule 2: Extra verbs will go to the end of the sentence.
Rule 3: Only in questions and commands can the verb come first.
Rule 4: Time can come in either third or first place.

Voorbeelden:
Ik heb vandaag een appel gegeten en de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)
Vandaag heb ik een appel gegeten maar de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

General rule
After a main clause (hoofdzin), when we start a sentence with any other conjunction than Want - Of - Dus - En - Maar (WODEM), a subordinate clause (bijzin) follows. In the subordinate clause (bijzin), all verbs are at the end.
  

Bijvoorbeeld:
Ik eet graag boterhammen omdat ze lekker zijn.
Ik kijk graag televisie terwijl ik een boterham eet.
Ik eet graag boterhammen en ik kijk graag televisie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen
De studenten / willen / vanmiddag/ een ijsje / kopen / op de markt.

Vanmiddag/ willen / de studenten / een ijsje / kopen / op markt.

Willen / de studenten / vanmiddag / op de markt / een ijsje / kopen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen (welke volgordes?)
Wie? Wat? Waar? Wanneer? 
Samen bedenken we zinnen....

Slide 9 - Slide

Bedenk samen met de lln zinnen door de vraagwoorden te beantwoorden
 bv.
De docent staat deze ochtend voor de klas.
Pak nu je laptop en log in op LessonUp

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

zij 
zijn 
aan 
het 
eten

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

het
lezen
aan 
is
hij

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

In maart 
we
zijn
In maart
naar Eindhoven
gegaan

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Hij
klimmen
hij
gaat
dit weekend

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Zij
worden
zij
kapster
wil

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

hij
Arabisch
en Nederlands
spreekt

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Vrijdag
vrijdag
hebben
we
gespeeld.
een spelletje

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf goed op (in je schriftje),  denk aan Wodem:
Want - Of - Dus - En - Maar
  1. Ik fiets naar school, want / gezond / het /  is
  2. Ik fiets naar school, omdat / gezond  / het /  is
  3. Ik fiets naar school, zodat / gezond / ik / blijf 
  4. Ik fiets naar school, maar / soms / met de auto / ik / ga
  5. Ik fiets naar school, als / zin / ik / heb

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schrijf op...antwoorden,  denk aan Wodem:
Want - Of - Dus - En - Maar
Ik fiets naar school, want het is gezond
Ik fiets naar school, omdat het gezond is
Ik fiets naar school, zodat ik gezond blijf
Ik fiets naar school, maar ik ga soms met de auto
Ik fiets naar school, als ik zin heb

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Meer oefenen?
https://wordwall.net/nl/resource/9748070/woordvolgorde
https://wordwall.net/nl/resource/17720439/woordvolgorde-bijzin
https://wordwall.net/nl/resource/58396021/voegwoorden-2x-hoofdzin-want-maar-en-of-dus



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Beantwoord de volgende vragen in hele zinnen en let hierbij op de spelling!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn jouw hobby’s?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wanneer en hoe vaak doe je deze hobby’s?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is jouw favoriete hobby?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Waarom vind je deze hobby het leukst?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Doe je deze hobby’s alleen of met anderen?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions


Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Ben je klaar voor de toets?
0100

Slide 28 - Poll

This item has no instructions