This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tekst
Slide 1 - Slide
Ha toppers van t4b!
Vorige week: Grammatica: Zinnen ontleden t/m bwb.
Doelen vandaag:
- Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd goed schrijven.
- Je kunt het voltooid deelwoord goed schrijven.
Maken vandaag: - Meedoen met de LessonUp
- Zelf maken 7.1 opdracht 2, 7.2 opdracht 1, 2, 3, 4, 5
Slide 2 - Slide
Welke werkwoordfouten staan in deze tekst?
Slide 3 - Slide
Hoe (on)belangrijk vind jij werkwoordspelling?
Slide 4 - Mind map
Werkwoordspelling
Misschien heb je je eigen logische manier. Dat kan!
> Wil je weten hoe ik dat doe, doe dan mee met de uitleg. Wil je je eigen manier gebruiken, ga dan aan de slag met 7.1 opdracht 2 en 7.2 opdracht 1, 2, 3, 4, 5 <
Slide 5 - Slide
Checken: Persoonsvorm of voltooid deelwoord
Wat ........ hier nu? GEBEUREN ---> is Persoonsvorm!
Wat is hier ................? GEBEUREN ---> is Voltooid deelwoord!
Slide 6 - Slide
Tegenwoordige tijd (Tip: Alleen een T erachter, nooit een d!)
Ik luister of ik een T erachter hoor.
Hij fietst elke dag naar school. > DUIDELIJK!
Ik fiets eigenlijk nooit. > DUIDELIJK!
Maar... bij sommige hoor je het minder goed.
Hij meldt/meld zich ziek. > Hmmm...??
Dan vul ik een makkelijk werkwoord in! Lopen, maken, fietsen, smurfen... dan hoor je het!
Slide 7 - Slide
Verleden tijd (tip: goed luisteren, je weet ECHT meer dan je denkt!)
Ik luister welke letter ik hoor: -de of te
Hij fietsTE elke dag naar school. > DUIDELIJK!
Zij renDEN omdat ze te laat waren. > DUIDELIJK!
Hij meldDE zich ziek. > DUIDELIJK! (Wel even letten op dubbel D)
Maar... bij sommige hoor je het minder goed.
Hij klopte/klopde de melk. > Hmmm...??
Dan gebruik ik het sexyfokschaap/exkofschip (wel = te, niet is de)
Slide 8 - Slide
Voltooid deelwoord (de makkelijkste!)
Maak het voltooid deelwoord langer... en dan GOED LUISTEREN!
Hij is naar school gefietst/gefietsd > gefietsTE --> Dus een T!
Hij is naar school gerent/gerend > gerenDE --> Dus een D
Maar... bij sommige hoor je het minder goed.
Hij heeft de melk geklopt/geklopd. > Hmmm...??
Dan gebruik ik het sexyfokschaap/exkofschip (wel = T, niet = D)
P zit niet in het kofschip, dus... > geklopT!
Slide 9 - Slide
DUS!
PERSOONSVORM?
Tegenwoordige tijd? Luisteren... Een T erachter of niet! Twijfel? Vul maken in!
Verleden tijd? Luisteren... is het -de(n) of - te(n)? Twijfel? Sexyfokschaap!
VOLTOOID DEELWOORD?
Langer maken en luisteren! Twijfel? Sexyfokschaap!
Slide 10 - Slide
Kijk mee naar 7.2 opdracht 1!
Slide 11 - Slide
Dit zijn de grote instinkers:
1. Hij had zijn moeder niet eens herkennen.
2. Hijherinnerenzich niets van het ruige feestje.
3. Wat is daar toch gebeuren?
4. Hij heeft de boel eerst verkennen.
5. Hij verkennen altijd eerst de looproute.
Dus... eerst kijken PV of VD.
PV? Tegenwoordige tijd of verleden tijd. VD? Langer maken!