Les 03 - Voegwoorden

Voegwoorden
Grammatica woordsoorten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voegwoorden
Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe je voorzetsels, bijwoorden en telwoorden uit een zin haalt; 
- welke verschillende soorten voegwoorden er zijn; 
- wat de functie van die verschillende voegwoorden is. 

Slide 2 - Slide

Nakijken
We kijken samen naar opdracht 1 tot en met 3 op pagina 90. 

Slide 3 - Slide

Pak je schrift erbij
Schrijf in je schrift alles wat je weet van:
- lidwoorden
- zelfstandige naamwoorden
- bijvoeglijke naamwoorden 
- voorzetsels 
- bijwoorden 
-  telwoorden. 

Slide 4 - Slide

Voegwoorden
Met voegwoorden kunnen we van enkelvoudige zinnen samengestelde zinnen maken. Dit zijn zinnen die bestaan uit meerdere zinnen en dus meerdere persoonsvormen hebben. 

Slide 5 - Slide

Soorten voegwoorden
We onderscheiden twee soorten voegwoorden: 
- nevenschikkende voegwoorden voegen zinnen of zinsdelen aan elkaar die ook apart van elkaar kunnen bestaan ; 
- onderschikkende voegwoorden zorgen ervoor dat (zins)delen die niet apart kunnen bestaan aan een zin wordt toegevoegd. 

Slide 6 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden
De nevenschikkende voegwoorden die we onderscheiden, hebben betrekking op: 
- aaneenschakeling (en.., noch, zowel... als)
- tegenstelling (maar, doch, of, hetzij... hetzij
- gevolg (dus
- reden (want

Slide 7 - Slide

Onderschikkende voegwoorden
Ook tussen onderschikkende voegwoorden valt een onderscheid te maken (veel ervan kennen we ook als verbindingswoorden)
- tijd (terwijl, nadat, toen, wanneer, als, voordat enzovoorts)
- reden (omdat, aangezien, nu, daar) 
- toegeving (hoewel, ofschoon, ook al) 
- oorzaak (doordat) 
- gevolg (zodat) 
- voorwaarde (als, indien, mits, wanneer, tenzij) 
doel (opdat, om te, met de bedoeling dat)

Slide 8 - Slide

Onderschikkende voegwoorden
Hiernaast kunnen ook de woorden dat en of als onderschikkende voegwoorden worden gebruikt. 

Let hierbij op het woord of
- als het twee zinnen aan elkaar voegt dit van zichzelf al goede zinnen zijn is het nevenschikkend; voegt het een (zins)deel toe dat niet op zichzelf kan bestaan, dan is het een onderschikkend voegwoord. 

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Werk nu in alle rust aan opdracht 4 tot en met 11 op pagina 90 en 91. 

Slide 10 - Slide