intro hfd 4

Hoofdstuk 4
Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat cultuur en mentaliteit is.

Slide 2 - Slide

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we vandaag doen?

  • Intro nieuwe hoofdstuk
  • verloop hfd doornemen. 
  • Uitleg
  • Opdrachten maken
  • Afsluiten /huiswerk

Slide 3 - Slide

Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit
De vraag van dit hoofdstuk is:
Wat veranderde er in Nederland na 1945 in de manier van leven en denken?
• Oriëntatie 
1 Eigen keuzes maken 
2 Over de grenzen kijken 
3 Gelijke rechten en nieuwe rollen 
4 Een multiculturele samenleving 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat verstaan we eigenlijk onder cultuur?

Slide 6 - Mind map

wat verstaan we onder cultuur?

Slide 7 - Slide

Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 
 cultuur? 


Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 
Cultuur?

Slide 8 - Slide

Wat verstaan we eigenlijk onder mentaliteit?

Slide 9 - Mind map

wat verstaan we onder mentaliteit?

Slide 10 - Slide

Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 
Mentaliteit? 

Slide 11 - Slide

Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit 
1945
2000

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat weet jij eigenlijk van
de Wederopbouw van Nederland?

Slide 14 - Mind map

kijkvraag
Welke veranderingen zie in Nederland na 1945 in de film?

Schrijf op in je schrift/blaadje

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Welke mentaliteit heb je gezien in de video

Slide 17 - Mind map

samen lezen blz 7

Slide 18 - Slide

Hoofdvraag
De vraag van dit hoofdstuk is:
Wat veranderde er in Nederland na 1945 in de manier van leven en denken?
Na de wederopbouw stegen de lonen en veranderde het sociale stelsel. Mensen kregen meer geld om te besteden en door de komst van de tv kwam meer met elkaar in contact. Daardoor veranderde de manier van denken en waarden en normen.
1/2

Slide 19 - Slide

Lees blz 7, Maken:
Intro opdrachten blz 8 en 9

Slide 20 - Slide

Opdracht 1a
Dit hoofdstuk gaat over de cultuur en mentaliteit in Nederland na 1945.
Mentaliteit is je houding en denkwijze.
Welke twee voorbeelden passen bij mentaliteit?
A Ik ben meestal positief.
B Ik eet elke dag hagelslag.
C Ik ga vaak naar het strand.
D Ik maak graag muziek.
E Ik wil altijd winnen.

Slide 21 - Slide

Opdracht 1
Wat is de juiste definitie van cultuur?
A Alles wat te maken heeft met kunst, zoals schilderijen of muziek.
B De dingen die mensen in andere landen doen die anders zijn dan in Nederland.
C De geschiedenis, kunst, religie en taal van alle mensen in een land.
D De ideeën van mensen, hun gewoonten, geloof, kunst en wetenschap.

Slide 22 - Slide

Opdracht 1c
Wat past bij jouw cultuur en jouw mentaliteit?
Geef van beide een voorbeeld.
- Bij mijn cultuur past bijvoorbeeld
  • dat ik Nederlands (en/of Brabants) spreek.
- Bij mijn mentaliteit past bijvoorbeeld:
  • dat ik niet snel opgeef.

Slide 23 - Slide

Opdracht 2a
Gebruik de introductie, bron 1 en bron 2.
Wat zie je in bron 1 dat past bij de jaren 1970?
Bijvoorbeeld: 
  • de typemachine, de kleding van het meisje.

Slide 24 - Slide

Opdracht 2b
Wat zie je in bron 2 dat past bij de 21e eeuw?
  • De laptop of de smartphone op het bureau.

Slide 25 - Slide

Opdracht 2c
De inrichting van je kamer vertelt iets over jou als persoon. Noem iets wat je te weten bent gekomen over de personen in bron 1 of 2.
Bijvoorbeeld: 
  • Het meisje in bron 1 heeft een schrijf-(type)machine op haar kamer.
  • Het meisje in bron 2 speelt waarschijnlijk keyboard.

Slide 26 - Slide

Opdracht 2d
Waarom is de inrichting van je slaapkamer een voorbeeld van cultuur? Verwijs in je antwoord naar bron 1 of 2.
Hoe je je kamer inricht, heeft voor een groot deel te maken met culturele zaken, zoals de stijl van dat moment (de kleuren in bron 1) of de manier waarop je je vrije tijd besteedt (bijvoorbeeld de piano in bron 2).

Slide 27 - Slide

Opdracht 3a
Bedenk twee dingen die jij doet in je vrije tijd, die in de jaren 1970 niet mogelijk waren.
Bijvoorbeeld: 
  • Online videogames spelen met vrienden 
  • Netflixen / TikTokken
  • Appen of chatten.

Slide 28 - Slide

Opdracht 3b
In de jaren 1970 zou dit diagram er vast anders uitzien. Bedenk een verschil.
Bijvoorbeeld: 
  • Jongeren gebruikten minder tv.
  • Ze luisterden meer naar de radio.
  • Ze waren niet of minder met computers bezig.
 

Slide 29 - Slide

Opdracht 4a
Hieronder staan vier begrippen die je al kent uit de onderbouw. Elk begrip past bij één ontwikkeling in de tijdbalk. Noem die ontwikkeling. De eerste is al ingevuld.
- Luxeproducten: 
  • snelle groei welvaart.
- Europese Unie: 
  • Europese samenwerking.

 

Slide 30 - Slide

Opdracht 4a
Elk begrip past bij één ontwikkeling in de tijdbalk. Noem die ontwikkeling. 
- Dekolonisatie: 
  • koloniën worden onafhankelijk.
- Feminisme: 
  • vrouwen eisen gelijke rechten.
 

Slide 31 - Slide

Opdracht 4b
Internet kwam op in de jaren 1990. Bedenk daarvan een gevolg voor de cultuur of mentaliteit.
Bijvoorbeeld:
  • Muziek en video’s van over de hele wereld kunnen makkelijk gedeeld worden.
 

Slide 32 - Slide

Opdracht 5a
Omschrijf de cultuur van jou en je klasgenoten: noem twee kenmerken waarvan je verwacht dat die voor iedereen gelden.
Bijvoorbeeld: 
  • Iedereen spreekt Nederlands. 
  • Iedereen spreekt de docent aan met mevrouw of meneer. 
  • Iedereen eet weleens pannenkoeken.  

Slide 33 - Slide

Opdracht 5b
Noem ook twee culturele verschillen tussen jouw klasgenoten.
Bijvoorbeeld: 
  • Sommige leerlingen zijn gelovig, andere niet. 
  • Iedereen houdt van andere soorten muziek
  • Sommige leerlingen spreken twee of meer talen.
  • Niet iedereen lust stamppot.

Slide 34 - Slide

Huiswerk volgende les:
4.1.A
Verzuiling. 

Een filmpje 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Huiswerk voor de volgende les:
Intro af blz 8 en 9
4.1 Eigen keuzes maken
Lees blz. 10 (Leven in zuilen)
Maken:
beantwoorden leerdoel (Leg uit dat de Nederlandse samenleving tot in de jaren 1950 verzuild was).
opdrachten 1 t/m 4

Slide 37 - Slide