4H - 8.1 - Industrialisatie en modern imperialisme (A)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Tijd van Burgers en Stoommachines

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme  (A)

Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines

1800 - 1900

Voor industrialisatie

Na industrialisatie

Wat gaan we doen? 

1. Leerdoelen

2. Theorie

3. Beeldmateriaal

4. Aan de slag

5. Leerdoelen nabespreken 

Leerdoelen 

Je kunt de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen beschrijven die plaatsvonden tijdens de overgang van de agrarisch-urbane samenleving naar de industriele samenleving.

Zelfstandig 

Loop de dia's door en ga aan de slag!

Theorie 

Na de tijd van pruiken en - vooral van - revoluties (Franse, Bataafse, Amerikaanse), komen we in een nieuw tijdvak. 

Opschrijven:

De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900). Het ontstaan van industrie en de grote gevolgen ervan vormen de belangrijkste onderwerpen van dit tijdvak. 

Theorie 

Door de afname in voedselprijzen moesten boeren een extra inkomen zien te verdienen. Vaak deden ze in rustige tijden al aan huisnijverheid. 

Opschrijven:

Huisnijverheid: het thuis maken van producten zoals het spinnen van wol. 

Theorie 

Echter, doordat steeds meer boeren meer huisnijverheid verrichtten, daalden ook van de nijverheidsproducten de prijzen. Voor boeren werd het dus moeilijk om het hoofd boven wat te houden en in toenemende mate trokken ze naar de stad om daar in de fabrieken te werken!

Opschrijven:

De wegtrekkende boeren naar de stad zorgden voor Urbanisatie: verstedelijking.  

Theorie 

Het ontstaan van de industrie(steden) begint op het platteland. Waar in Engeland in de 17e en 18e veel boeren op het platteland aan het werk waren. Door nieuwe technieken en werktuigen namen de voedselopbrengsten meer toe. 

Door de verbeterde voedselvoorziening werd iedereen gezonder en ouder. Door de vele opbrengsten kwam er wel een voedseloverschot en werd dit erg goedkoop. 

Theorie 

Opschrijven (belangrijk):

Dus omdat te veel boeren, 

zorgden voor te veel voedsel,

werd het voedsel minder waard.

Om dit op te vangen deden ze aan huisnijverheid, 

maar ook hier daalden de prijzen van die producten.

Boeren werden genoodzaakt om naar de stad te trekken op zoek naar nieuw werk (vaak in fabrieken). 

Theorie 

Veel uitvindingen deden hun intrede. Uitvindingen die ervoor zorgden dat het productieproces versneld werd. Denk maar aan de schietspoel en de spinning Jenny. 

Theorie 

Ook gingen vele van deze nieuwe machines van spierkracht.. 

Theorie 

En later zelfs stoomkracht!

Theorie 

Naar waterkracht..

Theorie 

Deze machines pasten echter niet meer in een woonhuis of boerderij. Daarom werden vele fabrieken aangelegd. Deze werden bekostigd door de rijke elite. 

Opschrijven:

Alleen rijke mensen konden investeren in machines en fabriekspanden. Hierdoor kwam de volledige fabrieksindustrie in handen van de economische elite. 

Theorie 

Met het vertrek van vele mensen naar de stad voor werk en woningen werd het een industriële samenleving. 

Opschrijven:

Industriële samenleving: Samenleving waarbij de meerderheid van de mensen in fabrieken werkt en in de stad woont. 

Beeldmateriaal

Aan de slag

1. Lees de introductie van tijdvak 8 door

2. Lees de paragraaf 8.1 goed door tot
Grondstoffen en afzetmarkten. 

3. Maak de opdrachten 1, 2 en 3 van paragraaf 8.1

4. Klaar? Nakijken met nakijkbladen (docent) en bekijk de laatste video.