Adverbs & adjectives

2D
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2D

Slide 1 - Slide

Thuis

1. Oefenen met luisteren
2. Oefenen met zinsvolgorde


School

1. Uitleg herhalen vorige les (10 min)
2. Uitleg nieuwe grammatica (10 min)
3. Oefenen nieuwe grammatica (rest van de les)

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les:
Weten/kunnen we:
- Wat het verschil is tussen een adverb en een adjective
- Een zin maken met een adverb (en een adjective)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Adjectives (bijv. naamwoorden)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

He is a slow walker.
My mother has a loud voice.

Slide 7 - Slide

Engels zelfstandig naamwoord
(noun)

Slide 8 - Mind map

Adverbs (bijwoorden)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.

He walked slowly.
My mother talked loudly.

Slide 9 - Slide

Engels werkwoord
(verb)

Slide 10 - Mind map

Do you see the difference?

Slide 11 - Slide

Adjectives

loud
slow
dangerous
bad
easy

Adverbs

loudly
slowly
dangerously
badly
easily

Slide 12 - Slide

"The teacher talks slowly."
Waar zegt het woord slowly iets over?

Slide 13 - Open question

"That's a dangerous road."
Waar zegt dangerous iets over?

Slide 14 - Open question

She drives very dangerously.
Waar zegt dangerously iets over?

Slide 15 - Open question

"They sing beautifully."
Waar zegt beautifully iets over?

Slide 16 - Open question

"I just bought a beautiful dress."
Waar zegt beautiful iets over?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

sing-beautiful

Slide 19 - Slide

She sings beautifully.

Slide 20 - Slide

cook-bad

Slide 21 - Slide

Make a sentence

Slide 22 - Mind map

shout-loud

Slide 23 - Slide

Make a sentence

Slide 24 - Mind map

help-quick

Slide 25 - Slide

Make a sentence

Slide 26 - Mind map

Aan het eind van de les:
Weten/kunnen we:
- Wat het verschil is tussen een adverd en een adjective
- Een zin maken met een adverb en een adjective

Slide 27 - Slide

Is het leerdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll