This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Literaire bouwstenen
Herhaling
Slide 1 - Slide
Welke literaire begrippen herinner je je nog uit de lessen over de bouwstenen van fictie?
Slide 2 - Mind map
Plaats de termen bij de juiste rubriek
TIJD
PERSONAGES
VERTELPERSPECTIEF
vlak
flashback
rond
auctorieel
personeel
chronologisch
Slide 3 - Drag question
Welk soort vertelperspectief is dit? Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte
(Uit: De avonden - Gerard Reve)
A
Personele verteller
B
Alwetende verteller
C
Belevende ik
D
Meervoudig perspectief
Slide 4 - Quiz
Welk vertelperspectief herken je in dit fragment? Het was in het begin van de jaren zeventig dat ik voor het eerst in Parijs kwam. Ik wist nog niet dat het voor altijd mijn leven zou veranderen. Parijs in de negentiende eeuw was een stad vol leven, een stad in ontwikkeling. Toen ik aankwam in het gasthuis, werd ik begroet door de hospita. 'Dank u', zei ik haar, en ik nam mijn hoed af.
A
Vertellende ik
B
Alwetend vertelperspectief
C
Belevende ik
D
Personeel vertelperspectief
Slide 5 - Quiz
In een verhaal wordt beschreven wat er gedurende één nacht gebeurt. Dit noemen we...
A
tijdsversnelling
B
tijdvertraging
C
verteltijd
D
vertelde tijd
Slide 6 - Quiz
Wat is de verteltijd van een verhaal?
Slide 7 - Open question
Thriller, sprookje, griezelverhaal en komedie zijn voorbeelden van...
A
recensies.
B
genres.
C
thema's.
D
scènes.
Slide 8 - Quiz
Verschil tussen 'ik-verhaal' en 'hij/zij-verhaal'?
Slide 9 - Open question
Bedenk nu zelf een voorbeeld van een realistisch verhaal en van een niet-realistisch verhaal.