H5.4 + 5.5

H5.4 + H5.5 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolWOvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5.4 + H5.5 

Slide 1 - Slide

Voorwaarden aantekeningen
Meeschrijven / meetypen
Zie ik je wat anders doen op de laptop, 1 waarschuwing, volgende keer in de tas



Slide 2 - Slide

Programma
Quiz
Leerdoelen
Uitleg H5.4
Uitleg 5.5
Filmpje 

Slide 3 - Slide

Voor alle verzorgingsstaten geldt dat ze gebaseerd zijn op twee belangrijke waarden. Welke waarden zijn dat?
A
Gezondheid, gelijke kansen.
B
Werkgelegenheid, solidariteit.
C
Solidariteit, gelijke kansen.
D
Vrijheid, gelijkheid.

Slide 4 - Quiz

I. Onderadvies draagt bij aan kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs.
II. Een brede brugklas van vmbo/havo/vwo leidt tot minder kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 5 - Quiz

I. Mantelzorg is een voorbeeld van hoe zorg georganiseerd wordt in een participatiesamenleving.
II. Mantelzorg past bij het confessionalisme.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I en II zijn beide juist.
C
I en II zijn beide onjuist.
D
I is onjuist, II is juist.

Slide 6 - Quiz

Aan het einde van les kan ik...
H 5.5 Sociale Zekerheid
  • het verschil uitleggen tussen sociale voorzieningen en sociale verzekeringen. Binnen de sociale verzekeringen kan ik vervolgens met behulp van voorbeelden het verschil uitleggen tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
  • uitleggen waarom het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid (met toeslagen, sociale verzekeringen, sociale voorzieningen, positieve discriminatie en emancipatiebeleid) is gebaseerd op solidariteit.
  • benoemen en beschrijven met welke 4 uitdagingen het stelsel van sociale zekerheid in Nederland te maken krijgt.
  • benoemen op welke manieren de overheid probeert de sociale zekerheid betaalbaarheid te houden.
H 5.4 Gezondheidszorg
  • met correct gebruik van de benodigde begrippen uitleggen hoe het zorgstelsel en de zorgverzekering in Nederland werkt.
  • uiteenzetten welke voor- en tegenargumenten er zijn in de discussie over marktwerking in de zorg.
  • uitleggen welke dilemma´s en ontwikkelingen (innovatie, vergrijzing, leefstijl) we te maken krijgen op het gebied van gezondheidszorg.

Slide 7 - Slide

Zorg is een sociaal grondrecht
Overheid zorgt voor toegankelijke zorg voor iedereen.
Betaald via belastingen, premies en verplichte zorgverzekering.
Solidariteitsprincipe: iedereen draagt bij.
Basisverzekering + evt. aanvullende verzekering.
Vanaf 18de
Betaal je zelf:
- premie: maandelijks bedrag om uw zorgverzekering actief te houden.
-eigen risico: betaalt u de eerste € ... van de zorgkosten zelf.
Zorgtoeslag voor lage inkomens.
vanaf 18 jaar

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat wordt onder het ‘solidariteitsprincipe’
A
Via belastingen en premies een bijdrage leveren aan de zorgkosten van jezelf en chronisch zieken en mensen met een beperking.
B
De burger draagt via mantelzorg bij aan de zorg van anderen.
C
Via belastingen en premies een bijdrage aan de zorgkosten voor jezelf en anderen betalen.
D
De overheid draagt zorg voor alle zorgkosten.

Slide 10 - Quiz

Markt en overheid: wie heeft de regie?
Zorgverzekeraars maken prijsafspraken met ziekenhuizen.
Regels: iedereen toegang tot zorg (gereguleerde marktwerking).
Voorstanders:
- Efficiënter, kortere wachttijden.
- Meer keuzevrijheid.
Tegenstanders:
- Kwaliteit onder druk.
- Te snel ontslagen.
- Meer onnodige behandelingen.

Slide 11 - Slide

Iedereen in Nederland moet verplicht een zorgverzekering hebben. Deze zorgverzekering betaal je door:
A
zorgpremie, een inkomensafhankelijke bijdrage via je loon en de premie WIA.
B
de premie WIA, loonbelasting en een eigen risico.
C
de zorgpremie en een inkomens-afhankelijke bijdrage via je loon.
D
de zorgpremie, een inkomens-afhankelijke bijdrage en een eigen risico.

Slide 12 - Quiz

Ontwikkelingen
Meer ouderen  = meer zorg nodig.
Minder mensen beschikbaar om in de zorg te werken.
Innovatie: handig of duur?
Sneller, efficiënter.
Soms duurder, dus niet altijd vergoed.
Leefstijl en zorgkosten
Welvaartsziekten: ongezond eten, weinig bewegen.
Preventieakkoord: roken, suiker, alcohol terugdringen.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Solidariteit in de zorg betekent ook dat je betaalt voor mensen die ongezond leven.

Slide 15 - Mind map

Wat is het socialezekerheidsstelsel?
Belasting en premies ->
- Uitkeringen
- Voorzieningen
- Toeslagen
Doel: bestaanszekerheid

Slide 16 - Slide

Systeem is inkomensafhankelijk
Hoe hoger je inkomen, hoe meer je bijdraagt
Systeem is inkomensafhankelijk
=Progressieve belastingen: hoge inkomens betalen meer percentage

Slide 17 - Slide

I. Mensen die meer gebruikmaken van het socialezekerheidsstelsel betalen daar ook meer aan mee.
II. Alle sociale voorzieningen en sociale verzekeringen noemen we het socialezekerheidsstelsel.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 18 - Quiz

Werknemersverzekering
Alleen voor werknemers
Betaald door werknemer én werkgever
Voorbeelden:
- WIA: bij langdurige ziekte
- WW: bij ontslag – afhankelijk van werkjaren en laatstverdiend loon

Slide 19 - Slide

Volksverzekering
Iedereen met inkomen betaalt premie
Afhankelijk van bruto-inkomen
Voorbeelden:
- AOW: vanaf 67 jaar, als je 15e-67e in Nederland hebt gewoond

Slide 20 - Slide

Sociale voorzieningen
Algemene bijstand: als je nooit hebt gewerkt of geen recht op WW 
Sociaal minimum: minimumbedrag voor levensonderhoud
Bijzondere bijstand: voor extra kosten

Slide 21 - Slide

Als iemand die werkloos is geweest een betaalde baan vindt, gaat hij er financieel soms nauwelijks op vooruit. Wat is de belangrijkste reden daarvoor?
A
Omdat hij dan geen AOW meer hoeft te betalen.
B
Omdat ov niet langer gratis is.
C
Omdat de ziekenhuiskosten niet langer worden vergoed.
D
Omdat het minimumloon nauwelijks hoger is dan een WW-uitkering met toeslagen.

Slide 22 - Quiz

Uitdagingen voor het stelsel
Vergrijzing en ontgroening
- Mensen leven langer, minder kinderen
Flexibilisering arbeidsmarkt
- meer zzp'ers en minder loondienst
Blijvende afhankelijkheid
- werken is minder inkomsten dan uitkeringen
Misbruik/fraude
-bewust en onbewust verkeerde informatie

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Mogelijke oplossingen
  1. AOW-leeftijd verhogen
  2. Stimuleren van vast werk
  3. Kortere uitkeringsduur
  4. Sollicitatieplicht bij werkloosheid
  5. Begeleiding door UWV (omscholing)
  6. Betere controle

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video