Kapitel 7-9: Vragend voornaamwoord 1e/4e/3e naamval

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden

Lesinhoud

Lesdoel

Je kunt het vragend voornaamwoord in de 1e/4e/3e naamval vervoegen.

Benodigdheden

        Laptop

        Aantekeningenschrift

        Pen

        Grammatica overzicht

Nederlands

1e naamval

4e naamval

3e naamval

       Voorzetsels

Vragend voornaamwoord

^{Scan QR LessonUp} 

-

-

-

-

  

wie

wer

wen

wem

     

    

Wer ist das?           1e naamval

Für wen ist das?          4e naamval

Mit wem bist du?          3e naamval

Sleep juiste naamval naar het vragend vnw.

wer

wen

wem

4e naamval

1e naamval

3e naamval

Zet het vragend voornaamwoord in de 4e naamval:
für _____ (wie)

Zet het vragend voornaamwoord in de 3e naamval:
von _____ (wie)

Zet het vragend voornaamwoord in de 4e naamval:
Gegen ___________ (wie) spielst du?

Zet het vragend voornaamwoord in de 4e naamval:
Mit _______________ (wie) spielst du?

Zet het vragemd voornaamwoord in de 1e naamval:
(wie) _____ bist du?

Vertaal voorzetsel en vervoeg het vragend voornaamwoord in de 4e naamval:
door wie

Vertaal voorzetsel en vervoeg het vragend voornaamwoord in de 3e naamval:
sinds wie