17 09 21 gramm zinsdelen herhaling

HV 1R
Welkom
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HV 1R
Welkom

Slide 1 - Slide

Lekker lezen of Diatoets afmaken
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Programma vandaag

  • Oefenen met zinsdelen, pv, wg, ow en lv






    Slide 3 - Slide

    Leerdoel 
    Aan het eind van deze les ken je de zinsdelen pv, wg, ow en lv

    Slide 4 - Slide

    Huiswerk 
    Hoofdstuk 2, grammatica zinsdelen, onderwerp: opdr. 1 en 2 (blz 58 en verder)
    Hst. 3, grammatica zinsdelen, wg: opdr. 1 en 2 (blz 88 en verder)
    Hst 4, grammatica zinsdelen, lijd. vw: opdr. 1 en 2 en 2a (blz. 118 en verder)

    Slide 5 - Slide

    In groepjes van twee of drie: leg aan elkaar uit 
    1.  zinsdelen
    2. pv
    3. wg
    4. onderwerp
    5. lijd.vw
    timer
    5:00

    Slide 6 - Slide

    In groepjes van twee of drie: hussel de zinnen 
    1.  welke zinsdelen zijn er? 

    2. wat kan allemaal onderwerp zijn?
    3. wat kan allemaal lijd.vw zijn?
    timer
    5:00

    Slide 7 - Slide

    Gisteren keek ik naar een superleuk programma op Netflix. Wat zijn de zinsdelen?
    A
    Gisteren / bekeek ik /een superleuk /programma / op Netflix.
    B
    Gisteren / bekeek / ik /een superleuk programma / op Netflix.
    C
    Gisteren / bekeek/ ik /een / superleuk / programma / op / Netflix.
    D
    Gisteren / bekeek / ik / een superleuk programma op Netflix.

    Slide 8 - Quiz

    Gisteren heb ik naar een superleuk programma op Netflix gekeken.
    Wat is de pv?
    A
    heb
    B
    heb gekeken
    C
    ik

    Slide 9 - Quiz

    Gisteren heb ik naar een superleuk programma op Netflix gekeken.
    Wat is het ow?
    A
    heb
    B
    heb gekeken
    C
    ik

    Slide 10 - Quiz

    Waarom heb jij dat ijsje laten vallen?
    Wat is het wg?
    A
    waarom
    B
    heb jij
    C
    laten vallen
    D
    heb laten vallen

    Slide 11 - Quiz

    Waarom heb jij dat ijsje laten vallen?
    Wat is het lv?
    A
    waarom
    B
    ijsje
    C
    jij
    D
    dat ijsje

    Slide 12 - Quiz

    Maak een zin en schrijf het ONDERWERP in hoofdletters

    Slide 13 - Open question

    Maak een zin en schrijf het LIJDEND VOORWERP in hoofdletters

    Slide 14 - Open question

    Het lijdend voorwerp vinden is voor mij ....
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 15 - Poll

    Stappenplan Lijd. vw
    1. pv zoeken (getal / tijd)
    2. zinsdelen! 
    3. wg zoeken (alle ww in de zin)
    4. ow zoeken (wie of wat + pv?)
    5. lijd.vw zoeken (wie of wat + pv + ow?)
    6. Tip: lijdvw begint NOOIT met een voorzetsel (aan, met, zonder, door, langs, in,...)

    Slide 16 - Slide

    Welke vraag heb je nog over  zinsdelen? 

    Slide 17 - Slide

    Volgende les / Huiswerk: 
    We gaan de werkwoorden herhalen: hoe schrijf je de werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd.

    Je leest de groene blokken theorie uit je boek

    H1 PVTT Persoonsvorm tegenwoordige tijd blz. 36, opdr. 1 maken

    H2 PVVT De verleden tijd van zwakke werkwoorden blz. 66
    H3 PVVT De verleden tijd van sterke werkwoorden blz. 96

    Slide 18 - Slide