Mentorles online 28-01-21 Online pesten

Welkom klas 1ma!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 1ma!

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij leren (en waarom)?

  • Wij leren wat cyberpesten is 
  • Dat cyberpesten erger kan overkomen dan gewoon pesten 
  • Dat kraken/inbreken op een account van iemand anders pesten is  
  • Dat foto’s op internet misbruikt kunnen worden
  • Dat je weet hoe te handelen als je (digitaal) in de problemen komt

Slide 2 - Slide

Filmpje van Sire over online pesten

Slide 3 - Slide

Wat is cyberpesten (digitaal pesten) volgens jou?
(noem voorbeelden)

Slide 4 - Open question

Cyberpesten is:
  • Het misbruik maken van privégegevens (zoals het stelen van wachtwoorden, het inbreken op andermans profielen of het aanmaken van nep-accounts).
  • Buitensluiten in whatsapp-groepen.
  • Het verspreiden van beeldmateriaal (zoals "lelijke" foto's, intieme of seksueel getinte foto’s of filmpjes van gevechten/mishandeling).
  • Dreigtweets, haatposts, gemene reacties via Social Media.  
  • Het maken van meme's van anderen (en dit online zetten of delen via whatsapp).
  • Het bewerken van foto's van anderen.
  • Het zonder toestemming filmen/fotograferen van mensen (ook via Tiktok of Snapchat)
  • Het zonder toestemming delen van filmmateriaal/foto's van mensen.

Slide 5 - Slide

Heb jij digitaal pesten wel eens meegemaakt?
A
Ja, heel vaak.
B
Ja, soms.
C
Nooit.
D
Ik zie het wel veel bij anderen.

Slide 6 - Quiz

Cijfers over digitaal pesten
  • 15% van de kinderen treitert op internet
  • 12% van de kinderen wordt wel eens gepest via internet
  • 56% vertelt dit aan vrienden
  • 37% vertelt dit aan ouders
  • 24% vertelt dit aan de leerkracht (pestweb.nl)

Slide 7 - Slide

Wat is een verschil tussen pesten
in het echt en
digitaal pesten?

Slide 8 - Open question

Als digitale pester verstop jij je achter je laptop of telefoon
Als je gepest wordt, dan kun je naar je ouders/verzorgers of je docent om het te vertellen. Zij kunnen je dan helpen om het pesten te stoppen. Samen sta je sterker. 

Een pester is eigenlijk heel laf als hij via internet pest. Want de pester ziet de ander niet en kan zich verschuilen achter de computer. Ook is het moeilijker om de pester te pakken. Soms durft de pester degene in het echt niet eens aan te kijken. Een echte lafaard dus!

Slide 9 - Slide

Wat maakt digitaal pesten zo anders dan pesten in het echt?

  • Je weet niet altijd wie de pester is als het via internet gaat.
  • Op school kun je er makkelijker een docent/klasgenoot bij halen
  • Je leest de nare woorden steeds opnieuw.
  • Je kunt er niet voor wegvluchten. 
  • Denk je eindelijk thuis te zijn en niet meer gepest te worden, gaat het pesten toch nog door.

Slide 10 - Slide

Waarom is het belangrijk om een goed wachtwoord te hebben op al je accounts? Denk hierbij aan je schoolaccounts maar ook aan je Social Media.

Slide 11 - Open question

Materiaal stelen van anderen (foto's/filmpjes) en het inbreken op andermans accounts is strafbaar. 
  • Hiervoor kan aangifte gedaan worden. 
  • Het is verboden ongevraagd foto's/filmpjes te maken van mensen (ook verboden via Snapchat/Tiktok etc.)
  • Het is ook verboden om je online als iemand anders voor te doen.
  • Het is verboden zonder toestemming foto's en filmpjes van mensen te delen. Wil je graag iets filmen en delen? Vraag dit van tevoren.

Slide 12 - Slide

Op welke manier kunnen foto's van anderen misbruikt worden om te pesten?

Slide 13 - Open question

Wat kan je doen als je ziet dat iemand digitaal gepest wordt, of als je zelf digitaal gepest wordt?

Slide 14 - Open question

Tips tegen digitaal pesten

  • Negeer de pester en reageer niet op berichten.
  • Bewaar alle pestberichten door er een screenshot van te maken.
  • Waarschuw je ouders/verzorgers en docenten. Laat hen de berichten zien.
  • Blokkeer de pester.
  • Probeer erachter te komen wie de pester is.
  • Houd wachtwoorden en inloggegevens altijd geheim: ook voor je beste vriend(inn)en.
  • Vertel het aan iemand. Bijvoorbeeld een vriend of vriendin, een docent of mentor, je ouders/verzorgers, de vertrouwenspersonen  Blijf er niet alleen mee zitten. 
  • Help elkaar als klas: zeg STOP!

Slide 15 - Slide

Afsluiting: wat neem je mee uit deze les?

Slide 16 - Open question