les 1 delen = vermenigvuldigen 3AM

les 1 delen = vermenigvuldigen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GoedsdienstSecundair onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

les 1 delen = vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

1. Je ziet dat iemand geld laat vallen.
Wat doe je?
a) Ik raap het op en houd het voor mezelf;
b) Ik geef het terug aan diegene die het verloor.
c) Ik roep, maar als de persoon me niet hoort, houd ik het voor mezelf.

Slide 2 - Poll

2. Toon je wel eens interesse voor dingen die aan de andere kant van de wereld gebeuren?

a) Ik volg bijna alles.
b) Te ver van mijn bed, nee dus.
c) Soms wel ja.

Slide 3 - Poll

3. Kan het wel eens zijn dat je het laatste velletje toiletpapier gebruikt en geen nieuwe rol
hangt?
a) Ik hang altijd een nieuwe rol.
b) Waarom zou ik een nieuwe rol moeten hangen?
c) Ik hang alleen een nieuwe rol als ik geen haast heb.

Slide 4 - Poll

4. Ben jij vrijgevig?

a) Nee, eerder gierig.
b) In sommige situaties schenk ik geld.
c) Ik geef gemakkelijk iets aan iemand.

Slide 5 - Poll

5. Kun jij je tegenstander feliciteren met zijn overwinning?

a) Ja, dat voelt goed.
b) Ja maar alleen als er terecht gewonnen is.
c) Nee, dat kan ik niet.

Slide 6 - Poll

6. Een vriend belt je ’s nachts uit je bed. Hij/zij heeft een probleem. Wat doe je?

a) Ik vraag of hij/zij morgenvroeg wil terugbellen.
b) Ik sta op en praat met hem/haar zolang het nodig is.
c) Ik zet mijn telefoon uit voor het geval hij/zij opnieuw belt.

Slide 7 - Poll

7. In plaats van wraak te nemen, kun je beter laten zien hoe het wel moet.

a) Nee, wraak nemen is nodig. Het is de enige manier om de ander te laten merken dat hij/zij fout is.
b) Wraak nemen kan wel eens helpen.
c) Wraak nemen is echt verkeerd.

Slide 8 - Poll

8. Een klasgenoot heeft geen middageten bij. Wat doe je?

a) Ik doe niets, hij/zij moet zelf maar voor eten zorgen.
b) Ik vraag of hij/zij een stuk van mijn broodje wil.
c) Ik geef hem/haar een koek die al dagen in mijn jaszak zit.

Slide 9 - Poll

9. Vind je het moeilijk om nee te zeggen tegen mensen die hulp nodig hebben?

a) Ja, want ik vind dat ik altijd moet helpen.
b) Als ik de tijd en de energie heb, waarom zou ik dan niet helpen?
c) Nee, ik vind dat mensen niet altijd op een ander moeten rekenen. Het is beter dat iedereen zijn eigen problemen oplost

Slide 10 - Poll

10. Vind je van jezelf dat je een goed mens bent?

a) Ik ben een goed mens.
b) Ik ben niet altijd een goed mens.
c) Ik ben vaak een slecht mens.

Slide 11 - Poll

3

Slide 12 - Video

00:09
Wat gaat er gebeuren?

Slide 13 - Mind map

00:36
Wat doen doen de mensen?
A
Ze geven hun jas
B
hij krijgt geld
C
Ze kopen een jas voor hem
D
Ze negeren hem

Slide 14 - Quiz

02:20
Wat zou jij doen?

Slide 15 - Open question

Tekst lezen Martinus

Slide 16 - Slide

1. Ook de dag van vandaag zijn er bedelaars. Waar zie je vaak bedelaars?

Slide 17 - Open question

2. Hoe kijken en reageren de mensen die de stadspoort binnenkomen in het verhaal?

Slide 18 - Mind map

3. Waarom is het zo bijzonder dat de soldaat een stuk van zijn mantel afgeeft?
A
De soldaat mag de stad niet binnen zonder mantel
B
Hij helpt anderen ook al komt hij daardoor zelf in de problemen.
C
Zo krijgt hij misschien een verkoudheid.
D
Zijn vrouw zal boos zijn.

Slide 19 - Quiz

4. ‘Arm zijn is je eigen schuld.’ Ga jij akkoord met deze stelling? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 20 - Mind map

2

Slide 21 - Video

00:00
Wat heeft dit te maken met een boomerang?

Slide 22 - Mind map

02:55
Wat is de boodschap van dit filmpje?

Slide 23 - Mind map