This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
De samenleving en ik
Par. 1.1 Identiteit
Doel:
- je kan uitleggen wat identiteit is.
- je kan uitleggen wat een referentiekader is.
- je kan 3 aspecten van identiteit benoemen
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij het begrip identiteit?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Waar denk je aan bij het begrip identiteit?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt.
En het beeld dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over groepen waar hij juist wel of niet deel van uitmaakt.
Slide 7 - Slide
Persoonlijke identiteit
wie ben ik?
Slide 8 - Slide
Persoonlijke Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt.
Slide 9 - Slide
Schrijf 5 zinnen op die:
- beginnen met 'Ik ben....',
Slide 10 - Slide
Waar heeft jouw identiteit mee te maken?
Slide 11 - Slide
Sociale identiteit
Het deel van iemands
zelfbeeld dat past bij de groepen waar
diegene deel van uitmaakt. Dat wordt ook wel
groepsidentificatie genoemd:
Slide 12 - Slide
Collectieve identiteit
Datgene wat mensen kenmerkend en blijvend vinden aan een groep (over Nederlanders, Friezen, leerlingen/studenten etc.)
Slide 13 - Slide
Wat is jouw sociale identiteit, oftewel: tot welke groepen reken jij jezelf? Schrijf ze op
het zijn er meer dan je denkt!
Slide 14 - Mind map
Slide 15 - Video
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit
Slide 16 - Drag question
referentiekader
Slide 17 - Slide
Wat zie je hier?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt (= je sociale bril)
Slide 20 - Slide
Maar:
Hoe kom je aan je referentiekader?
dus:
Hoe kom je aan je waarden je normen je opvattingen etc?
Slide 21 - Slide
timer
3:00
in tweetallen even over wisselen en opschrijven
Slide 22 - Mind map
Socialisatie ( kernconcept) :
Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groepen en de samenleving waartoe jij behoort .
Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
Slide 23 - Slide
Wat heb je uit deze les gehaald?
Volgende week: Huiswerk
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Slide
socialisatoren
gezin
vrienden
sportclub
werk
kerk
social media
Slide 27 - Slide
Bijzondere vormen van socialisatie
Politieke socialisatie ( politieke cultuur)
Enculturatie. voorbeeld:
Acculturatie. voorbeeld:
Slide 28 - Slide
Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Bijzondere vormen van socialisatie
Het aanleren en verwerven van de cultuur waarin iemand is opgegroeid.
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie
Enculturatie
Acculturatie
Slide 29 - Slide
Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Irma is 19 jaar en woont in Nederland. Irma is in Suriname geboren en heeft daar 1 jaar gewoond. Daarna is ze naar Nederland verhuisd. Doordat ze zo jong naar Nederland is verhuist, voelt ze zich ook echt een Nederlandese en heeft ze nog weinig met Suriname.'
A
Politieke socialisatie
B
Enculturatie
C
Acculturatie
Slide 30 - Quiz
Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Eriks opa en oma komen oorspronkelijk uit Duitsland, maar zijn toen zij nog jong waren naar Nederland verhuist. Hierbij hebben zij zich de Nederlandse cultuur eigen gemaakt.'