Spelling gewoon 1

Spelling
Hoofdletters en leestekens
Liggend streepje
Meervoud
Verkleinwoorden


1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Hoofdletters en leestekens
Liggend streepje
Meervoud
Verkleinwoorden


Slide 1 - Slide

Verbeter de volgende zin:
laat maar zei hij ik doe het zelf wel

Slide 2 - Open question

Komma binnen de aanhalingstekens als hij ook in de hele geciteerde zin voorkomt, en buiten de aanhalingstekens als dat niet het geval is.

Slide 3 - Slide

Verbeter de volgende zin:
het gedichtenbal vindt dit jaar plaats op 30 januari in paradiso

Slide 4 - Open question

maanden met kleine letter
eigennamen met hoofdletter

Slide 5 - Slide

Verbeter de volgende zin:
na het eten zei harry ik laat nog even de hond uit

Slide 6 - Open question

Dubbele punt voor een citaat
Citaat begin je met een hoofdletter als het een nieuwe zin in

Slide 7 - Slide

Kies het juiste meervoud van
A

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Wat is de juiste spelling?
A
rock’nrolllegende
B
rock-’n-rolllegende

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
zee-egels
B
zeeëgels

Slide 11 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
vanbinnen en vanbuiten
B
van binnen en van buiten

Slide 12 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
Eerste Kamer der Statengeneraal
B
Eerste Kamer der Staten-Generaal

Slide 13 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
een pianiste-componiste
B
een pianistecomponiste

Slide 14 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
pseudo-klassiek
B
pseudoklassiek

Slide 15 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
huis aan huis
B
huis-aan-huis

Slide 16 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
Tijdelijke- en vaste banen
B
Tijdelijke en vaste banen

Slide 17 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
im- en export
B
im en export

Slide 18 - Quiz

Wat is de correcte spelling?
A
Laurier- en zoute drop
B
Laurier en zoute drop

Slide 19 - Quiz

Planning vandaag
- Verkleinwoorden
- Samenstellingen
- Getallen
- Sommige/sommigen

Slide 20 - Slide

Hoe spel je 'fiets en wandel paden'?

Slide 21 - Open question

Hoe spel je 'zon en feest dagen'?

Slide 22 - Open question

Hoe spel je 'zware en lichte stof'

Slide 23 - Open question

Hoe spel je 'op merkingen en aan merkingen'?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Toen mijn grootouders op 31 juli 1975 60 jaar getrouwd waren, kwamen er wel 153 mensen op de receptie.

Slide 29 - Open question

Amsterdam telde in 2015 821.752 inwoners en dat aantal neemt jaarlijks met ongeveer 0,32 procent toe.

Slide 30 - Open question

Hoe schrijf je 712?
A
zevenhonderdtwaalf
B
zeven honderd twaalf
C
zeven honderdtwaalf
D
zevenhonderd twaalf

Slide 31 - Quiz

Hoe schrijf je 3016?
A
drieduizendzestien
B
drie duizend zestien
C
drieduizend zestien
D
drie duizend zes tien

Slide 32 - Quiz

Van de 134 vwo-examenkandidaten zijn er 121 geslaagd en 13 afgewezen.

Slide 33 - Open question

Hoe schrijf je 4.200.000?
A
vier miljoen tweehonderd duizend
B
viermiljoentweehonderdduizend
C
vier miljoen tweehonderdduizend
D
viermiljoen tweehonderdduizend

Slide 34 - Quiz

De 15 proefpersonen werd een bedrag van 2500 euro toegezegd als ze de wandeltocht van 45 kilometer door de woestijn bij temperaturen boven de 45 °C zouden volbrengen.

Slide 35 - Open question

In de 2e Wereldoorlog, die hier duurde van 1940 tot 1945, verloren van de 9.000.000 inwoners die ons land telde, tussen de 225.000 en 250.000 mensen het leven, wat neerkomt op 2,7% van de bevolking.

Slide 36 - Open question

Hoe schrijf je 30.000?
A
dertig duizend
B
dertigduizend

Slide 37 - Quiz

Wanneer schrijf je getallen als letters? 

hele getallen een tot en met twintig
tientallen tot honderd
honderdtallen tot duizend
getallen miljoen, miljard, biljoen..etc

Slide 38 - Slide

Hele getallen in woorden worden aan elkaar geschreven, met de volgende uitzonderingen:

 
Na duizend komt een spatie.
Woorden als miljoen en miljard staan los. Honderdacht, zeshonderdachtenzeventig, tweeduizend zestien, tweeduizend vijfhonderdzevenenzeventig, zeventien miljoen drieënvijftigduizend negenhonderdtachtig

Wil je ‘en’ toevoegen, schrijf het vast na honderd en als apart woord na duizend, miljoen en dergelijke

Slide 39 - Slide

De .... bleken goed te kunnen snowboarden.
A
meesten
B
meeste

Slide 40 - Quiz

Bij de verhuizing zijn enkele boeken beschadigd, maar de ..... zijn goed overgekomen.

A
meesten
B
meeste

Slide 41 - Quiz

Bij vorige trainer kregen slechts weinig jonge spelers een kans, bij de nieuwe trainer krijgen de ...... een kans om zich te bewijzen.

A
meesten
B
meeste

Slide 42 - Quiz

Op Koningsdag had hij twintig blikjes te koop. Na een uur had hij ze ..... verkocht.
A
allen
B
alle

Slide 43 - Quiz

Voor jonge mensen is skateboarden leuk, voor ..... wordt het te gevaarlijk.
A
ouden
B
oude

Slide 44 - Quiz

In Rome kwamen ze een paar ..... tegen.
A
bekenden
B
bekende

Slide 45 - Quiz