Oefen-s.o. Lezen H1 - H4

Uitleg

Je maakt een s.o. Lezen als proeftoets in LessonUp om in te schatten of je alle theorie begrijpt. Lees (of luister) de tekst en beantwoord daarna de gestelde vragen.

Na afloop bespreken we de antwoorden.


Succes!

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Uitleg

Je maakt een s.o. Lezen als proeftoets in LessonUp om in te schatten of je alle theorie begrijpt. Lees (of luister) de tekst en beantwoord daarna de gestelde vragen.

Na afloop bespreken we de antwoorden.


Succes!

Slide 1 - Slide

Brainfreeze veroorzaakt door schrikkende zenuwen
(1) Pas maar op met het eten van dat overheerlijke ijsje. Voor je het weet, raakt de vijfde hersenzenuw erbij betrokken en krijg je een stekende hoofdpijn. De term 'brainfreeze' roept misschien meer herkenning op. Wat gebeurt er in je lichaam bij de ijshoofdpijn?

(2) Het heeft allemaal te maken met de vijfde hersenzenuw. Peter van den Berg, neuroloog bij Isala Klinieken in Zwolle, legt uit dat wanneer iemand iets kouds eet of drinkt, de zenuwen in de keelholte geprikkeld worden. "Die zenuwen schrikken als het ware van te veel kou. Dan zijn de prikkelingen te groot en wordt de zenuw overbelast. De vijfde hersenzenuw staat in contact met de zenuwen in de mond en pikt daardoor de te grote prikkeling op. Dat veroorzaakt de korte, bonzende hoofdpijn."

Slide 2 - Slide

(3) Behalve de vijfde hersenzenuw noemen andere onderzoeken als oorzaak voor de hoofdpijn ook de snelle stroom bloed die er door de hersenen giert. Het lichaam heeft de taak de mens warm te houden, dus wanneer het gehemelte erg koud wordt, geven de zenuwen een sein aan de hersenen. Dit zorgt ervoor dat de bloedvaten wijder gaan staan, zodat het bloed sneller kan stromen. De stroming die daaruit volgt, is het lichaam niet gewend. Het is een soort noodreactie van het lichaam om snel weer op te warmen. De hoofdpijn is onschuldig en komt een paar seconden op na het 'laten schrikken' van de zenuwen. De duur van de hoofdpijn ligt tussen de twee en vijf minuten.

Slide 3 - Slide

(4) Er bestaan veel mythes over ijshoofdpijn. Zo denken mensen vaak dat je het alleen krijgt door het eten of drinken van iets kouds, maar dat is niet zo. Het blijkt dat warme drank, zoals thee, dezelfde soort hoofdpijn teweeg kan brengen. "Het is per persoon verschillend omdat de grens van de prikkeling anders is bij mensen. De een heeft er vaker last van dan de ander", legt Van den Berg uit.

 

(5) Lang werd gedacht dat de ijshoofdpijn vaker voorkomt bij mensen met migraine. "Dit is echter niet zo. Ook mensen zonder migraine krijgen de hoofdpijn. Wel zie je dat het eten van iets kouds migraine kan opwekken bij mensen die hier al last van hebben. Dat is niet heel gek, want zij zijn al gevoeliger voor prikkelingen, zoals stress en hormonale veranderingen."

Slide 4 - Slide

(6) Van den Berg wijst op onderzoeken die zijn gedaan naar het fenomeen, in de wetenschap ook wel 'ice-cream headache' genoemd. Uit deze onderzoeken blijkt onder andere dat niet alleen het eten of drinken van iets kouds kan leiden tot de hoofdpijn, maar dat de snelheid waarmee je iets eet of drinkt ook een grote rol speelt. Hoe sneller je wat eet, hoe meer kans op de hoofdpijn. Daarnaast hebben mannen er vaker last van dan vrouwen. Waarom dat is, is niet duidelijk.

 

(7) Hoewel de pijn even vervelend is, zijn er weinig mensen die er langdurig klachten van ondervinden of ervoor naar de dokter gaan. "Mensen accepteren de pijn omdat het van korte duur is en weten dat anderen er soms ook last van hebben."


Bron: Kyrie Stuij http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/3359694/2012/12/07/Brainfreeze-veroorzaakt-door-schrikkende-zenuwen.dhtml

Slide 5 - Slide

Wat is de bron van de tekst?
A
een krant
B
Trouw
C
wordt niet gezegd

Slide 6 - Quiz

1 Welke manier gebruikt de schrijver in de inleiding?
A
Het onderwerp aankondigen.
B
Een vraag stellen.
C
Een anekdote vertellen.
D
De aanleiding van het schrijven noemen.

Slide 7 - Quiz

2 Op welke manier zijn de alinea’s 1 en 2 met elkaar verbonden?
A
Signaalwoord.
B
Herhaling.
C
Overgangszin met een verwijzing.
D
Aankondigende zinnen.

Slide 8 - Quiz

3 Noteer het woord / de woorden waaruit dat blijkt.

Slide 9 - Open question

4 Noteer in je eigen woorden wat de schrijver bedoelt met: Er bestaan veel mythes over ijshoofdpijn (alinea 4).

Slide 10 - Open question

5 In alinea 4 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak – voorbeeld. Noteer dit signaalwoord.

Slide 11 - Open question

7 In alinea 6 staat het vetgedrukte signaalwoord maar. Welk verband geeft dit signaalwoord aan?

Slide 12 - Open question

8 Om welke reden(en) kan het eten van iets kouds migraine opwekken bij mensen die daar al last van hebben?

Slide 13 - Open question

9 Hoe beleven mensen de pijn van een ‘ice-cream headache’ volgens Van den Berg?

Slide 14 - Open question

Waar staat een kernzin meestal?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
eerste of laatste zin
D
laatste zin

Slide 15 - Quiz

Wat is het signaalwoord van concluderend verband?
A
want
B
de reden
C
doordat
D
daarom

Slide 16 - Quiz

Wat is het signaalwoord van oorzakelijk verband?
A
doordat
B
dus
C
daarom
D
dat houdt in

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen een redengevend en een oorzakelijk verband?
A
Redengevend geeft de reden aan waarom iemand iets doet. Oorzakelijk toont aan waardoor iets gebeurt.
B
Redengevend geeft aan waardoor iets gebeurt, oorzakelijk geeft de reden aan waarom iemand iets doet.
C
geen verschil

Slide 18 - Quiz

Wat legt het doel-middelverband uit?
A
laat een verschil over een overeenkomst zien
B
geeft een korte samenvatting
C
geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken

Slide 19 - Quiz

Einde van de toets
Klaar? Bekijk de theorie die je moet leren

Slide 20 - Slide