Les 2

1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Politieke partij, actiegroep en belangenorganisatie
  • politieke partij: Groep mensen met dezelfde ideeën over hoe de samenleving bestuurd moet worden.
  • actiegroep: Gericht op één doelstelling. Bijvoorbeeld: ‘Wakker Dier’ (dierenwelzijn) en ‘Pro-life’ (anti-abortus).
  • belangenorganisatie: Behartigt belangen van een groep mensen. Bijvoorbeeld: ANWB (weggebruikers) en vakbond (werknemers).

Slide 2 - Slide

Is het een politieke partij, actiegroep of belangenorganisatie?

Slide 3 - Slide

populistische partijen
Een populistische partij:
  • komt op voor de ‘gewone mensen’.
  • heeft afkeer van de gevestigde orde.
  • is niet ideologisch.
  • heeft vaak nationalistische standpunten.

Slide 4 - Slide

Niet-democratische partijen
  • Wijzen een democratische staatsvorm af.
  • Fascistische / rechts-extremistische partijen.
  • Sterk nationalistisch.
  • Doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

Slide 5 - Slide

leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • de behandelde stromingen opnoemen.
  • elke behandelde stroming met eigen woorden in minimaal twee zinnen omschrijven.
  • onderbouwd in eigen woorden uitleggen wat mijn ideologie is.

Slide 6 - Slide

leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • de behandelde stromingen opnoemen.
  • elke behandelde stroming met eigen woorden in minimaal twee zinnen omschrijven .
  • onderbouwd in eigen woorden uitleggen wat mijn ideologie is.

Slide 7 - Slide

Functies van politieke partijen
  • Integratiefunctie: samenbrengen van politieke wensen tot een samenhangend partijprogramma.
  • Informatiefunctie: burgers informeren over maatschappelijke vraagstukken en hun standpunten.
  • Participatiefunctie: burgers actief laten deelnemen aan de politiek.
  • Selectiefunctie: geschikte mensen zoeken die een politieke functie kunnen vervullen.

Slide 8 - Slide

leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:

  1. de behandelde soorten politieke partijen benoemen en in minstens één zin in eigen woorden omschrijven.
  2. de functies van politieke partijen benoemen en elke functie in eigen woorden omschrijven.

Slide 9 - Slide

opdracht
onderzoek in een twee- of drietal wat de standpunten zijn van de partijen in de tweede kamer. Probeer vervolgens te bepalen of de partijen neigen links, rechts of juist in het midden te denken.

Slide 10 - Slide

opdrachten
  • Bedenk wie er in de hedendaagse politiek populisten zijn (binnen- of buitenland).
  • beredeneer waarom de genoemde personen kunnen worden getypeerd als een populist.

Slide 11 - Slide

Ideologieën
Ideologie: Een samenhangend geheel van de denkbeelden over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving.

Een ideologie heeft standpunten over:
  1. Waarden en normen.
  2. Sociaaleconomische verhoudingen. Hierin onderscheiden linkse en rechtse ideologieën zich.


Slide 12 - Slide

Abortusactivist Gomperts op lijst invloedrijkste mensen van Time
  • Rebecca Gomperts, arts,  helpt wereldwijd vrouwen die geen toegang hebben tot een veilige abortus.

  • Abortus wordt door haar gezien als een mensenrecht.

  • De meningen over abortus zijn erg verdeeld.

Slide 13 - Slide

Socialisme
De waarden die centraal staan zijn solidariteit en gelijkheid.
  • Eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht.
  • Tegenwoordig sociaaldemocratie: vrijemarkteconomie is wenselijk, maar wel met een uitgebreide verzorgingsstaat.
  • het communisme is afgeleid van het socialisme. (zie pagina 76 in het tekstboek)

Slide 14 - Slide

one-issuepartij
Stellen één aspect van de samenleving centraal. 

Zie op het plaatje twee voorbeelden 

Slide 15 - Slide

partijen op basis van ideologie
  • liberalisme

  • socialisme

  • confessionalisme 

Slide 16 - Slide

politieke partijen

Slide 17 - Slide

Welvaart

  • een actieve overheid
  • eerlijke verdeling van inkomen
  • een uitgebreide verzorgingsstaat
  • gelijke kansen

Welvaart

  • Een passieve overheid
  • lage belastingen

  • Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid
  • Economische vrijheid



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

welke stroming past bij welke partij?

Slide 20 - Slide

populisme
  • Populisme is meer een stijl van politiek bedrijven dan een ideologie.
  • Populisten zeggen voor het volk op te komen en keren zich tegen de elite.
  • Vaak zijn de standpunten sterk nationalistisch.

Slide 21 - Slide

Welke kenmerken van liberalisme kun je terugvinden in deze foto?

Slide 22 - Slide

progressief

Vooruitstrevende politieke ideeën. 

  • Bijv. homohuwelijk, abortus, klimaatdoelstellingen.

conservatief

Behoudende politieke ideeën. Vaker geen voorstander van veranderingen.
  • Bijv. sceptisch om meer macht aan Europese Unie over te dragen.

Slide 23 - Slide

confessionalisme
De waarden die centraal staan zijn afgeleid van christelijk geloof.
 
Confessie = geloofsovertuiging.
Tegenwoordig: christendemocraten.
Belangrijke kenmerken zijn o.a.
naastenliefde en gezin als hoeksteen van de samenleving.

Slide 24 - Slide

Liberalisme
De waarde die centraal staat is vrijheid.
  • economische vrijheid: denk aan het vrijemarktdenken
  • persoonlijke vrijheid: denk aan  vrijheid van religie of meningsuiting

Slide 25 - Slide

leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:

  1. de behandelde soorten politieke partijen benoemen en in minstens één zin in eigen woorden omschrijven.
  2. de functies van politieke partijen benoemen en elke functie in eigen woorden omschrijven.

Slide 26 - Slide

politieke stromingen

Slide 27 - Slide