- Leestekens,
- Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord,
- Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord,
- Engelse werkwoorden vervoegen tt en vt,
- Noteer een apostrof, accent of trema waar nodig,
- Plaats een weglatingsstreepje en koppelteken waar nodig.
- Leer de dicteewoorden p.71 en p. 142!