OT blok 5 les 5 (12 tm 14)

homoniemen - homofonen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

homoniemen - homofonen

Slide 1 - Slide

nakijken opdracht 9
1 wereldstad = reusachtig grote stad
2 smeekbede = nederig verzoek
3 eervol = eer opleverend, met veel eer
4 stalen ros = fiets
5 opbeurend = bemoedigend, blij makend
 

Slide 2 - Slide

nakijken opdracht 10.1
1 a oog
 b graf
 c weg
 d blik of blozen
 e mond
 f bloem


 f niet weten wat te zeggen

Slide 3 - Slide

nakijken opdracht 10.2
 a iemand spreken zonder anderen erbij. 
 b helemaal niets zeggen
 c vragen naar iets wat je al weet
 d iets zeggen zonder emotie. 
 e met iedereen meekletsen.
 f feestvieren / op stap gaan. 

Slide 4 - Slide

nakijken opdracht 11
1. B
2. C
3. B
4. B
5. A

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Na deze les: 
- ken je het begrip 'homoniem' 
- ken je het begrip 'homofoon' 
- je hebt met beide begrippen geoefend.

Slide 6 - Slide

Weet je nog wat een homoniem is?

Slide 7 - Mind map

homoniem

Een woord dat méér dan 1 betekenis heeft. 





Slide 8 - Slide

Welk homoniem
hoort bij deze plaatjes?

Slide 9 - Open question

Bedenk nu zelf een homoniem.

Slide 10 - Open question

Schrijf bij het volgende homoniem twee zinnen, waarbij je het woord steeds in een andere betekenis gebruikt.

slang.

Slide 11 - Open question

homofoon

Woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft.




ligt - licht

Slide 12 - Slide

synoniem

verschillende woorden die hetzelfde betekenen.

huis
woning
woonhuis
thuis

Slide 13 - Slide

Noteer in je schrift !
homofonen: woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft 
(bv: ligt, licht)
homoniemen: woorden die méér dan een betekenis hebben 
(bv slot)
synoniemen: verschillende woorden die hetzelfde betekenen
(bv huis/woning)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Huiswerk

Maak opdracht 10 tm 14
blz 180-182

Slide 16 - Slide