Rekenen LJ 3 Inhoud & Gewicht

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-5

'De ProNova-les'

        

      

        volgens het EDI-model

Inhoud en Gewicht

Hoeveel kan erin en hoe zwaar is het?

Boek B, blz 80/81

Startklaar

Het lesdoel

Instructie

Begeleide inoefening

Kleine lesafsluiting

Zelfstandige verwerking

Grote lesafsluiting

Voorkennis activeren

                     Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Yondr-zakje
• Jas op de gang
• Schoolspullen op tafel: etui, laptop (indien nodig), boeken uitgedeeld 

Voorkennis activeren

• Wat betekent inhoud?
• Hoe reken je de inhoud uit?
• Welke maateenheden gebruiken we hiervoor?
• Welke maateenheden gebruiken we voor gewicht?
• Hoeveel gram is 1 kilogram? 

Met een Inleiding op de les kun je de voorkennis van leerlingen activeren.

Voorkennis wordt:

1. opgehaald (opgedane kennis beïnvloed een groot deel van het opnemen van nieuwe kennis)

2. gecontroleerd (zodat je zeker weet dat ze de juiste verbanden leggen)

3. herhaald (zodat ze het kunnen reproduceren)

4. geïntegreerd (afsluiten van voorkennis door verband te leggen met het lesdoel)

Verschillende tools die je kunt inzetten bij het activeren van de voorkennis:

- Quizlet

- Woordweb (in LessonUp)

- Open vragen of Quiz-vragen in - LessonUp (multiple choice)

Tips:

- activeer de leerlingen ipv zelf kennis opsommen

- stel je vraag aan heel de klas, zodat iedereen nadenkt/schrijft.

- maak gebruik van diverse werkvormen (wisbordjes, coöp)

Checklist:

Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.

Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.

Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.

Placemat (in groepjes)

Etc...

Noem op wat je weet over inhoud en gewicht

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Het drietje schuin boven
m, cm of mm spreek je uit als

Voorkennis

Voorkennis

Voorkennis

1. vierkante
2. kubieke
3. lengte
4. breedte

1 Dm³ is hetzelfde als...

Voorkennis

Voorkennis

Voorkennis

1. 1 oppervlakte
2. 1 gram
3. 1 liter
4. 1000 dm

Voorkennis

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Vraag 4

Lesdoel

Vaardigheid

Concept

Ik kan de inhoud uitrekenen van een vierkant voorwerp.

Ik kan gewicht omrekenen met kg, gram en mg.

Voorbeeld

Kast is 1 m lang, 2 meter hoog en 0,5 m breed. Wat is de inhoud?

l x b x h = 1 x 2 x 05 = 1 m³ = 1000 dm³ = 1000 liter

2 kg = ............. g > 1 kg = 1000 g . 2 kg = 2000 g

1000 mg is evenveel als 1 gram of 1 kg? 1 g

*Met het lesdoel wil je dat de leerlingen weten waar ze naartoe werken en indien mogelijk ook waarom.

Het lesdoel bevat:

- een concept (waar gaat het om?)

- een vaardigheid (actief werkwoord)

- een context (in welke situatie het van toepassing is; is optioneel i.v.m. te lang worden van een doel)

Tips:

- Zet er een voorbeeld bij

- Maak het betekenisvol voor de leerlingen.

Feedback

Instructie

Begeleide inoefening

Kleine lesafsluiting

Zelfstandige verwerking

Vanaf de fase van instructie kan d.m.v. cvb gepeild worden of de leerling de stof begrijpen. Door directe feedback te geven kunnen we bijsturen om de leerling verder te helpen naar volledig begrip.

Effectieve feedback:

- Feedup

- Feedback

- Feedforward

Tips:

- Laat de leerling de feedback actief verwerken

- Laten overleggen met buur (hele klas)

- Gebruik van wisbordjes

- Feedback met codes

Instructie

Instructie

Laat de vaardigheid en het concept terugkomen in je uitleg.

Werk voldoende voorbeelden uit, waarin je cvb toepast.

Ga pas door naar de volgende fase als de meerderheid het heeft begrepen.

1. modelen en (gestaag) verantwoordelijkheid overdragen
2. Cvb toepassen

Tips:

- Stel om de twee minuten een vraag

- Gebruik wisbordjes/ interactieve onderdelen om begrip te checken.

- Werk je voorbeelden ter plekke uit op het bord

- Geef tijd om het over te laten schrijven

- Zet het ik-wij-jullie-jij principe in

- Uitleg door middel van het bord of met materialen

1kg	1000 g
1kg	2 pond
1kg	10 ons

halve kg	500 g
halve kg	1 pond
halve kg	5 ons

1 pond	500 g
1 ons	100 g

onthoud

Wat weegt ieder product? 

Sleep het naar het goede begrip. 

Kilo

Pond

Ons

Koppel de gewichten aan de goede benaming

Pond

Kilo

Ons

Wat weegt 1 kg?

1. 1,5 liter cola
2. pak suiker
3. koffiepads
4. zak chips

1 kilo =

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 100 gram

1 pond =

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 100 gram

1 ons =

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 100 gram

Begeleide inoefening

Ik doe het voor

Wij doen het samen

Jullie doen het samen

Kleine lesafsluiting

De leerlingen werken zelf een opdracht uit, zodat de docent kan zien of ze de leerstof beheersen.

- Het beheersen van het lesdoel staat centraal.

Zelfstandige verwerking &

verlengde instructie 

Leerlingen oefenen verder om het lesdoel te behalen.

Eventuele verlengde/verrijkte instructie is nu van toepassing.

- leerlingen kunnen verder met deze fase als ze de kleine lesafsluiting succesvol hebben doorlopen.

Stappenplan:

1. Samenwerken of niet?

2. Toegestane stemvolume

3. Benoem beschikbare tijd

4. Eigen beschikbaarheid benoemn

5. Wat als een leerling klaar is?

Tips:

- Zet pre-teaching in.

Lesafsluiting

Het proces staat centraal:

- Hoe vereenvoudig je een breuk?

- Waar moet je aan denken als je een zakelijk telefoongesprek voert?

- Hoe vind je de betekenis van een verwijswoord?