Uitleg Spelling 10+11: Trema, apostrof, accenttekens, getallen

Uitleg Spelling 10 + 11: trema, apostrof, accent en getallen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitleg Spelling 10 + 11: trema, apostrof, accent en getallen

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1: trema's, apostrofs en accenttekens correct gebruiken

Leerdoel 2: ik weet wanneer ik getallen als cijfers of letters moet weergeven 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Theorie trema
Het trema voorkomt uitspraakproblemen in woorden die geen samenstelling zijn. Je plaatst de trema op de eerste letter van de volgende lettergreep. 

kopiëren
officiële 

Slide 4 - Slide

Theorie apostrof 
Je gebruikt een apostrof om aan te geven dat je een letter (of letters) hebt weggelaten. 's Ochtends, Truus' tas

Om uitspraakproblemen te voorkomen: mama's, Lex' tas, maar Robs (want geen uitspraakprobleem)


Slide 5 - Slide

Accenttekens 
Accent aigu é (Eén, als de zin hiermee begint) 

Accent grave è

Accent circonflexe ê

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 8 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 9 - Slide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 10 - Slide

Weektaak + huiswerkcontrole
- Spelling paragraaf 10 opdr. 1 t/m 5
- Spelling paragraaf 11 opdr. 1
- Spelling paragraaf 12 opdr. 1 t/m 3
- Spelling paragraaf 13 opdr. 1 t/m 4
- Opdrachten nakijken (vanaf paragraaf 10)
- Klaar? Begin met de leesautobiografie, dat scheelt je straks weer tijd! Inleveren: 7 oktober

Slide 11 - Slide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 12 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 13 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 14 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 15 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 16 - Quiz

Ik heb het lesdoel bereikt: ik weet wanneer ik getallen in letters moet schrijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz