H8 Leerdoel 2 A3

Ik kan een intervalnotatie gebruiken bij het werken met klassen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ik kan een intervalnotatie gebruiken bij het werken met klassen.

Slide 1 - Slide

Samenstelling van deze les
  • Succescriteria bij het leerdoel
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Werk inleveren
  • Terugblik op het leerdoel


Slide 2 - Slide

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Slide 3 - Slide

Ik kan een intervalnotatie gebruiken bij het werken met klassen.
Succescriteria

Ik kan een frequentietabel maken met klassenindeling.
Ik weet hoe een intervalnotatie eruit ziet.
Ik ken de begrippen: klassengrenzen, klassenbreedte, interval






Slide 4 - Slide

Begrippen
Klasse               Is een groep waarin getallen die dicht bij elkaar liggen samenneemt.

Klassenmidden    Het midden van een klasse.

Modale klasse     De klasse met de grootste frequentie.

Klassengrenzen   De getallen die de grenzen van de klasse aangeven.

Klassenbreedte   Verschil tussen de klassengrenzen.

Slide 5 - Slide

Gemiddelde berekenen bij een indeling in klassen
klasse
klassenmidden
frequentie
berekening
150 -< 160
155
4
4 • 155 = 620
Totaal
(totale frequentie)
(totale waarneming)
Gemiddelde = totale waarneming : totale frequentie

Slide 6 - Slide

Intervalnotatie
Met een interval kun je een gebied aangeven op een getallenlijn.

Een dicht rondje betekent dat een getal meedoet!  
Dat is het geval gebruik je rechte haakje(s) [-4,7]
Een open rondje betekent dat een getal niet meedoet!  
Dat is het geval gebruik je een puntig haakje <-4,7]

Slide 7 - Slide

Intervalnotatie
Met een interval kun je een gebied aangeven op een getallenlijn.

Een dicht rondje betekent dat een getal meedoet!  
Dat is het geval gebruik je rechte haakje(s) [-3,4]

Een open rondje betekent dat een getal niet meedoet!  
Dat is het geval gebruik je een puntig haakje <-3,4]

Slide 8 - Slide


Welke intervalnotatie hoort bij het volgende interval?
A
[-1,4]
B
[-1,4>
C
<-1,4]
D
<-1,4>

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide


Schrijf het interval als intervalnotatie op.

Slide 11 - Open question

Voorbeeld opgave 
Je hebt de volgende waarnemingsreeks:

12, 44, 23, 65, 33, 34, 53, 12, 14, 42, 43, 
36, 22, 27, 62, 39, 40, 20, 31, 51, 29, 8


Slide 12 - Slide

Voorbeeld opgave
12, 44, 23, 65, 33, 34, 53, 12, 14, 42, 43, 
36, 22, 27, 62, 39, 40, 20, 31, 51, 29, 8

Stap 1 maak een frequentietabel



Slide 13 - Slide

Voorbeeld opgave
12, 44, 23, 65, 33, 34, 53, 12, 14, 42, 43, 
36, 22, 27, 62, 39, 40, 20, 31, 51, 29, 8

Wat is de klassenbreedte?
Welke intervalnotatie gebruik je?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld opgave
12, 44, 23, 65, 33, 34, 53, 12, 14, 42, 43, 
36, 22, 27, 62, 39, 40, 20, 31, 51, 29, 8

Wat is de klassenbreedte?
De klassenbreedte is 10.

Welke intervalnotatie gebruik je?
[0,10>  [10,20>  

Slide 15 - Slide

Afronden vs Afkappen

Slide 16 - Slide

Afronden vs Afkappen
h



Bepaal bij zowel afronden als bij afkappen de klassenindelingen.

Slide 17 - Slide

Afronden vs Afkappen
Afronden:


Afkappen:

Slide 18 - Slide


https://www.bentopresentaties.nl/blog/wanneer-gebruik-welke-grafiek/

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak
opgaven: 
 


Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.
- Ben je thuis en je komt er echt niet uit? Zet er dan even een kruisje voor en vraag het de eerst volgende les.

Lever op de volgende slide opgave 11 in.


Ondersteunend: 9, 10, 11, 12, 13
Doorlopend: 9, 10, 11, 12, 13
Uitdagend: 9, 10, 11, 13, U3

Slide 20 - Slide


Heb jij je werk nagekeken en verbeterd?

Slide 21 - Slide


Maak opgave 11
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. 
Let op je notatie!

Slide 22 - Open question


Leerdoel 2
Ik kan een intervalnotatie gebruiken bij het werken met klassen.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 23 - Quiz

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check
Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?
Alle opgaven nagekeken?
Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Succes met het volgende leerdoel.

Slide 24 - Slide