klas 3G 30-3-2023 vaktaalwoorden HBR vmboKB

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • telefoon in de telefoonbak, staat die uit?
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • leesboek
  • laptop
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • telefoon in de telefoonbak, staat die uit?
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • leesboek
  • laptop

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
  • Lezen
  • Uitleg over woorden.
  • Oefenen met woorden.
  • Vragen aan jullie.

Slide 2 - Slide

Lezen
  • lekker gaan zitten en stil lezen in je leesboek
  • heb je geen leesboek bij je, dan pak je een verhaal van de tafel of een Donald Duck
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Doel van de les
  • Na deze les weet je van een aantal woorden de betekenis.
  • Na deze les kun je deze woorden ook zelf gebruiken.

Slide 4 - Slide

Wat betekent dat woord?
Waarom is het handig om de betekenis
van woorden te weten?

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:


Je werkt in de bakkerij en vraagt aan je collega om de bloem aan te geven.

Slide 6 - Slide

Maar:
... als de collega niet weet wat 
je bedoelt, krijg je misschien dit.

Slide 7 - Slide

Wat betekent:

Slide 8 - Slide

Wat betekent
service

Slide 9 - Mind map

service
  • Aan tafel bedienen
  • De hulp, diensten die een bedrijf verleent als men iets verkoopt of heeft verkocht
  • Bij onder andere tennis en volleybal de eerste opslag

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schrijf een zin waarin je het woord 'service' gebruikt.

Slide 12 - Open question

Wat betekent
cocktail

Slide 13 - Mind map

Cocktail
  • Een gemixt drankje
  • Een explosief mengsel van verschillende stoffen
  • Een mengsel van verschillende dingen. 

Slide 14 - Slide

Welke zin heb je gemaakt?

  • Dit bedrag is exclusief btw.
  • De Telegraaf had een exclusief interview met rapper Boef.
  • Zij ziet er chic uit met haar exclusieve kleding.

Slide 15 - Slide

Schrijf een zin waarin je het woord 'cocktail' gebruikt.

Slide 16 - Open question

Wat betekent
schenken

Slide 17 - Mind map

Schenken
  • Overgieten (drinken)
  • Cadeau geven.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Schrijf een zin waarin je het woord 'schenken' gebruikt.

Slide 20 - Open question

Wat betekent
kaart

Slide 21 - Mind map

Kaart
  • Waar het menu van een restaurant op staat
  • Plattegrond
  • Van een spel (speelkaarten)

Slide 22 - Slide

Schrijf een zin waarin je het woord 'kaart' gebruikt.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Wat betekent
chef

Slide 25 - Mind map

Chef
  • De baas in de keuken
  • Iemand die de leiding heeft in een bedrijf

Slide 26 - Slide

Schrijf een zin waarin je het woord 'chef' gebruikt.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Doel van de les
  • Je kunt de betekenis vertellen van de woorden die in deze les zijn behandeld.
  • Na deze les kun je deze woorden zelf gebruiken.

Slide 29 - Slide

Vragen aan jullie.
De link voor de vragen hebben jullie in de mail ontvangen.

Slide 30 - Slide

volgende week
Huiswerk:
maandag 2 april af:
geen huiswerk

Meenemen:
  • agenda
  • lesboek
  • schrift

Slide 31 - Slide