H4 Bruto en netto hypotheek uitgaven

Leerdoelen annuïteitenhypotheek

Je kunt de interest, aflossing en schuldrest bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt de bruto- en netto maanduitgaven van een annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt het belastingvoordeel als gevolg van de hypotheekrenteaftrek bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt uitleggen dat de netto maanduitgaven bij een annuïteitenhypotheek gedurende de looptijd toenemen.
Je kunt de voor- en nadelen van de annuïteitenhypotheek voor de hypotheekgever noemen.

1 / 13

Slide 1: Slide

BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen annuïteitenhypotheek

Je kunt de interest, aflossing en schuldrest bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt de bruto- en netto maanduitgaven van een annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt het belastingvoordeel als gevolg van de hypotheekrenteaftrek bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt uitleggen dat de netto maanduitgaven bij een annuïteitenhypotheek gedurende de looptijd toenemen.
Je kunt de voor- en nadelen van de annuïteitenhypotheek voor de hypotheekgever noemen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Van Bruto naar netto

Aflossing

Rente +

Bruto hypotheekuitgaven = annuïteit

Belastingvoordeel - = (Rente x marginaal belastingtarief /100)

Netto hypotheekuitgaven

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bruto en netto hypotheek uitgaven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bruto en netto hypotheek uitgaven

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leerdoelen annuïteitenhypotheek

Je kunt de interest, aflossing en schuldrest bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt de bruto- en netto maanduitgaven van een annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt het belastingvoordeel als gevolg van de hypotheekrenteaftrek bij de annuïteitenhypotheek berekenen.
Je kunt uitleggen dat de netto maanduitgaven bij een annuïteitenhypotheek gedurende de looptijd toenemen.
Je kunt de voor- en nadelen van de annuïteitenhypotheek voor de hypotheekgever noemen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

H4 Bruto en netto hypotheek uitgaven

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

More lessons like this

H4 wonen en verzekeren

3.5 plussen en minnen

3.3 Geld lenen kost geld!

Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1

5H - Eenmanszaak - Herhaling

2.3 Lenen is betalen!

2.3 Lenen is betalen!

3.3 Geld lenen kost geld