This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
0:30
Slide 2 - Slide
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp?
A
de ANWB
B
de ANWB-winkel in Amersfoort
C
wegenwacht
D
aanbieding ANWB voor Amersfoort en omgeving
Slide 4 - Quiz
Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
1:00
Slide 5 - Slide
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren
Slide 6 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker.
C
Vogelspin in fruit
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 7 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in 1 zin
C
samenvatting van een tekst
D
1 zin in de tekst
Slide 8 - Quiz
Wat is het onderwerp?
A
Eerste Dunkin' Donuts in Nederland opent op 23 maart.
B
Dunkin' Donuts
C
opening eerste Dunkin' Donuts in Nederland
D
Dunkin' Donuts in Amsterdam
Slide 9 - Quiz
Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
0:30
Slide 10 - Slide
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren
Slide 11 - Quiz
Wat is het onderwerp?
A
Anne van Leer raadt Rijschool Van Dam aan.
B
Rijschool Van Dam
C
rij-instructeur Marcus
D
een gezellige rijschool
Slide 12 - Quiz
Welk voorbeeld hoort bij welke leesstrategie?
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Je bladert de folder van de Albert Heijn door.
Je leest een krantenartikel nauwkeurig van begin tot het eind.
Je zoekt in de bibliotheek naar een boek van de leeslijst.
Je leest de tekst door voordat je de vragen gaat lezen en maken.
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Bij de volgende vragen krijg je steeds een alinea van de tekst 'Gezellige aardmannetjes' te lezen. Er staat steeds een vraag bij die je in de dia erna moet beantwoorden.
Slide 15 - Slide
Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
Slide 17 - Open question
Is zin 1, 2, 3 of 4 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00
Slide 18 - Slide
Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
D
zin 4
Slide 19 - Quiz
Wat is het deelonderwerp van deze alinea?
Kies uit:
A eigenschappen stokstaart B lichamelijke kenmerken stokstaart C gedrag stokstaart D De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.
timer
1:00
Slide 20 - Slide
Klik hier je gekozen deelonderwerp aan.
A
eigenschappen stokstaart
B
lichamelijke kenmerken stokstaart
C
gedrag stokstaart
D
De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.
Slide 21 - Quiz
Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00
Slide 22 - Slide
Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
Slide 23 - Quiz
Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00
Slide 24 - Slide
Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
Slide 25 - Quiz
Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Schrijf het in maximaal drie woord op.
timer
1:00
Slide 26 - Slide
Noteer hier het deelonderwerp.
Slide 27 - Open question
Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Noteer het in maximaal 5 woorden.
timer
1:00
Slide 28 - Slide
Noteer hier het deelonderwerp.
Slide 29 - Open question
Deze alinea is ook meteen het slot van de tekst. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst af te sluiten? Kies uit:
A de schrijver geeft een advies B de schrijver komt tot een conclusie C de schrijver vat het voorafgaande kort samen D de tekst heeft eigenlijk niet echt een slot