Toetsstof PW Lezen HS 1 en 2

Toetsstof PW Lezen HS 1 en 2
Leerdoelen en Herhaling toetsstof
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Toetsstof PW Lezen HS 1 en 2
Leerdoelen en Herhaling toetsstof

Slide 1 - Slide

DOEL

- je kunt kernzinnen van alinea's  herkennen 
- je kunt hoofdzaken herkennen
- je kunt het verschil zien tussen bijzaken en hoofdzaken
- je kunt de hoofdgedachte herkennen
KERNZINNEN, HOOFDZAKEN 
EN HOOFDGEDACHTE IN EEN TEKST 

Slide 2 - Slide

HOOFDGEDACHTE 
van een tekst

Hoofdgedachte = Het belangrijkste wat er gezegd wordt in een tekst over het onderwerp.


Dit wordt in één zin samengevat

De hoofdgedachte is dus altijd een zin


Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen een heel andere hoofdgedachte hebben.


Bijv: Twee teksten, allebei het onderwerp honden als huisdieren.

De ene schrijver heeft een hekel aan honden.

De andere schrijver adoreert ze en heeft er zelf 6. 

De hoofdgedachte zal dus heel anders zijn,

Slide 3 - Slide

HOOFDGEDACHTE 
van een tekst
- De hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst. 

- Soms moet je de hoofdgedachte zelf bedenken. Je stelt dan de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd? 

Slide 4 - Slide

HOOFDZAKEN
- De belangrijkste informatie in een tekst.
- De hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.
- De tussenkopjes en andersgedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.

Slide 5 - Slide

KERNZINNEN
- Een kernzin vat samen wat het belangrijkste is wat er in een alinea wordt verteld over het deelonderwerp van die alinea.

- Een kernzin is eigenlijk de hoofdgedachte van een alinea.
- Je vindt ze in elke alinea in het middenstuk.
- Vaak in de eerste of laatste zin van de alinea. Soms moet je ze zelf formuleren. Vraag jezelf dan af: Wat is het belangrijkste dat over het deelonderwerp wordt gezegd?

- In de kernzin staat altijd een hoofdzaak. De rest van de alinea bestaat uit uitleg, voorbeelden (bijzaken).



Slide 6 - Slide

SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst

- verwerk hoofdzaken in de samenvatting, laat bijzaken weg
- formuleer de samenvatting in je eigen woorden

Slide 7 - Slide

SAMENVATTEN
- je gebruikt je eigen woorden in een samenvatting om jezelf te dwingen de leerstof te lezen, te verwerken en te begrijpen. Je legt zo verbanden met kennis die je al hebt.

- het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.

Slide 8 - Slide

HS 2 Lezen: Tekstdoel en publiek
  • Je weet welke tekstdoelen een schrijver kan hebben met een tekst.
  • Je weet welke tekstsoorten passen bij welke tekstdoelen.
  • Je weet op welke manieren een schrijver rekening houdt met zijn publiek.

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen

Slide 10 - Slide

Tekstdoelen:
Informeren
Overtuigen
Waarschuwen
Activeren (handelen)
Instrueren
Adviseren
Amuseren

Slide 11 - Slide

Publiek

Slide 12 - Slide