Les 3 röntgen

Röntgen
13.5 + 13.6
Marlijn van Gent 
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten
1 / 46
next
Slide 1: Slide
TandheelkundeBeroepsopleiding

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Röntgen
13.5 + 13.6
Marlijn van Gent 
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten

Slide 1 - Slide

LessonUp regels 
Doe actief mee in de les voor aanwezigheid!

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
Les 1: 13.1+13.2 
Les 2: 13.3+13.4
Les 3: 13.5+13.6
Les 4: 13.7+13.8
Les 5: 13.9+13.10
Les 6: 13.11+13.12
Les 7: Herhaling 
Les 8: Toets röntgen

Slide 3 - Slide

Vragen
13.4.1 Wat verstaan we onder de intensiteit van een stralenbundel? Welke factoren bepalen de intensiteit vaneen röntgenbundel?
13.4.2 In welke eenheid wordt de buisstroom weergeven? Wat gebeurt er met de intensiteit als de buisstroom driemaal verhoogd wordt?
13.4.3 Wat gebeurt er met de golflengte van de röntgenstraling als de buisspanning wordt verhoogd? Hoe noemen we de straling die ontstaat bij een hoge buisspanning?
13.4.4 Hoe wordt voorkomen dat röntgenstralen met een te lange golflengte het röntgenapparaat verlaten?

Slide 4 - Slide

Wat verstaan we onder de intensiteit van een stralenbundel? Welke factoren bepalen de intensiteit vaneen röntgenbundel?

Slide 5 - Mind map

In welke eenheid wordt de buisstroom weergeven? Wat gebeurt er met de intensiteit als de buisstroom driemaal verhoogd wordt?

Slide 6 - Mind map

Wat gebeurt er met de golflengte van de röntgenstraling als de buisspanning wordt verhoogd? Hoe noemen we de straling die ontstaat bij een hoge buisspanning?

Slide 7 - Mind map

Hoe wordt voorkomen dat röntgenstralen met een te lange golflengte het röntgenapparaat verlaten?

Slide 8 - Mind map

Waar ging de vorige les over?

Slide 9 - Mind map

13.5 Absorptie 
Wanneer een stralenbundel met stralen van zeer uiteenlopende golflengtes in een object treedt, zullen niet alle stralen het object aan de andere zijde weer verlaten. Stralen waarvan het doordringend vermogen niet voldoende was, worden in het object tegengehouden. Deze opname van stralen in het object wordt absorptie genoemd. 

Slide 10 - Slide

Absorptie

Slide 11 - Slide

De mate van absorptie is afhankelijk van een aantal factoren:
  • De dikte van het object;
  • Het materiaal waaruit het object is opgebouwd. 
  • De samenstelling van de stralenbundel.

Slide 12 - Slide

Beeldvorming
Beeldvorming ontstaat wanneer röntgenstralen inwerken op een fotografische plaat. Wanneer een object tussen een röntgenbron en een fotografische plaat wordt geplaatst, ontstaat na ‘doorlichten’ van het object een beeld op de fotografische plaat.

Slide 13 - Slide

Stralencontrast 
De intensiteit van de uittredende stralenbundel is kleiner naarmate meer absorptie heeft plaatsgevonden. Het verschil in intensiteit tussen de uittredende stralenbundels noemen we stralencontrast.

Slide 14 - Slide

Zwartingsverschillen
Na ontwikkeling zijn de gebieden op de röntgenfoto die door de grootste hoeveelheid straling zijn ‘belicht’ het donkerst. Plaatsen op de foto die achter gebieden liggen waar veel straling is geabsorbeerd, worden licht.

Slide 15 - Slide



Stralencontrast. Ter plaatse van de kroon wordt meer straling geabsorbeerd dan in de wortel of naast het element.

Slide 16 - Slide




Metaal absorbeert vrijwel alle röntgenstralen, terwijl dentine meer straling doorlaat. Op de röntgenfoto zien we een amalgaamvulling of metalen kroon dan ook als wit en dentine als grijs.

Slide 17 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Open question

Vragen 
13.5.1 Van welke drie factoren is de absorptie van röntgenstraling afhankelijk?
13.5.2 Wat bedoelen we met stralencontrast?
13.5.3 Wordt de foto van een voorwerp dat veel röntgenstraling absorbeert donker of juist licht? Noem een
voorbeeld in de tandheelkunde.

Slide 19 - Slide

Van welke drie factoren is de absorptie van röntgenstraling afhankelijk?

Slide 20 - Open question

Wat bedoelen we met stralencontrast?

Slide 21 - Open question

Wordt de foto van een voorwerp dat veel röntgenstraling absorbeert donker of juist licht? Noem een
voorbeeld in de tandheelkunde.

Slide 22 - Open question

13.6 Zwarting van een röntgenfoto

Slide 23 - Slide


Analoge röntgenfilm. 
Inhoud van het plastic omhulsel: loodplaatje, film met emulsie en lichtdicht papier.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Snelheid van de film
De röntgenfilms zijn ingedeeld in speedgroepen, die worden aangeduid met de letters A tot en met E.

De in de tandheelkunde meest gebruikte röntgenfilms behoren tot de groepen D en E.

Slide 26 - Slide

Hoeveelheid straling

De totale hoeveelheid straling die de film bereikt is afhankelijk van:
  • buisspanning: verhoging van de buisspanning geeft hardere straling en minder absorptie in het object;
  • buisstroom: verhoging van de buisstroom levert meer straling op;
belichtingstijd;
  • focus-objectafstand: de intensiteit van de röntgenbundel neemt af met de afstand;
  • absorptie in het object: de mate van absorptie is afhankelijk van de soortelijke massa van het object.

Slide 27 - Slide

Digitale röntgenopnamen
Digitale röntgenopnamen hebben een aantal voordelen ten opzichte van de gewone röntgenopnamen.
  • Er zijn geen chemicaliën nodig voor het ontwikkelproces. Dit is beter voor het milieu.
  • De beelddragers zijn gevoeliger voor röntgenstraling dan traditionele opnamen. Er is dus minder straling nodig.
  • Het inlezen van het digitale beeld gaat snel.
  • Het beeld kan digitaal worden bewerkt. De foto kan duidelijker worden gemaakt door hem te vergroten, het contrast aan te passen of een filter over de foto te plaatsen.

Slide 28 - Slide

Sensor
Dit digitale systeem bestaat uit een röntgengevoelige chip die via een USB-kabel is verbonden met een computer

Slide 29 - Slide

Fosforplaatje
Dit zijn beelddragers die een gemaakt beeld enige tijd kunnen ‘onthouden’. Het systeem lijkt op het maken van een gewone röntgenfoto.

Slide 30 - Slide

Digitaal scanapparaat

Slide 31 - Slide

Welke techniek wordt er gebruikt op BPV
A
Analoog
B
Sensor
C
Fosfor

Slide 32 - Quiz

Vragen
13.6.1 Welke lagen vind je in een analoge röntgenfoto zoals die in de tandartspraktijk wordt gebruikt?
13.6.2 Waaruit bestaat de stralengevoelige film?
13.6.3 Wat gebeurt er wanneer de film in contact komt met röntgenstralen?
13.6.4 Wat verstaan we onder het contrast van een röntgenopname?
13.6.5 Welke drie vloeistoffen worden gebruikt bij het ontwikkelen van een analoge röntgenfoto? Wat is de functie van deze vloeistoffen?


Slide 33 - Slide

Welke lagen vind je in een analoge röntgenfoto zoals die in de tandartspraktijk wordt gebruikt?

Slide 34 - Open question

Waaruit bestaat de stralengevoelige film?

Slide 35 - Open question

Wat gebeurt er wanneer de film in contact komt met röntgenstralen?

Slide 36 - Open question

Wat verstaan we onder het contrast van een röntgenopname?

Slide 37 - Open question

Welke drie vloeistoffen worden gebruikt bij het ontwikkelen van een analoge röntgenfoto? Wat is de functie van deze vloeistoffen?

Slide 38 - Open question

Vragen
13.6.6 Wat verstaan we onder de speed van een analoge röntgenfilm? 
13.6.7 Van welke vijf factoren is de hoeveelheid röntgenstraling die de film bereikt afhankelijk?
13.6.8 Om welke twee redenen wordt de belichtingstijd van de röntgenopname telkens aangepast?
13.6.9 Welke vier voordelen heeft digitale röntgenologie boven analoge röntgenologie?
13.6.10 Welke twee methodes zijn er voor het maken van digitale röntgenopnames? Beschrijf beide methodes.

Slide 39 - Slide

Wat verstaan we onder de speed van een analoge röntgenfilm?

Slide 40 - Open question

Van welke vijf factoren is de hoeveelheid röntgenstraling die de film bereikt afhankelijk?

Slide 41 - Open question

Om welke twee redenen wordt de belichtingstijd van de röntgenopname telkens aangepast?

Slide 42 - Open question

Welke vier voordelen heeft digitale röntgenologie boven analoge röntgenologie?

Slide 43 - Open question

Welke twee methodes zijn er voor het maken van digitale röntgenopnames? Beschrijf beide methodes.

Slide 44 - Open question

Hoe vonden jullie deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Tot volgende week :-)

Slide 46 - Slide