Les 4 Planten

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 92 handboek en blz. 81 werkboek
  • stilte
timer
2:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 92 handboek en blz. 81 werkboek
  • stilte
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Cijfers LessonUP
1G
1H

Slide 2 - Slide


Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Slide 3 - Slide

TERUGBLIK

Slide 4 - Slide

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 
timer
0:30

Slide 5 - Slide

Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand, 
celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 6 - Drag question


Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 7 - Quiz

Noem de 3 kenmerken om de vier rijken te ordenen?
A
Bladgroenkorrels, celkern en cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celkern en celwand
C
Blad, stengel en wortel
D
Celkern, celwand en slijmvliescellen

Slide 8 - Quiz

1. Schimmeldraden zijn lange, dunne draden waaruit
veelzijdige schimmels meestal bestaan
2. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel of plant
kan ontstaan
A
1 : waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 9 - Quiz


Schimmels zijn opgebouwd uit
A
sporen
B
wortels
C
plaatjes
D
draden

Slide 10 - Quiz


Paddenstoelen hebben een functie bij de voortplanting van schimmels
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Telefoons weg!

Slide 12 - Slide

Leerdoel
1.  Je leert dat je het plantenrijk kunt indelen in 2 stammen

2. Je leert welk kenmerk men daarvoor heeft gebruikt

3. Je leert de namen van de stammen

4. Je leert welke kenmerken bij de stammen horen

5  Je leert welke planten behoren tot de stammen 



Slide 13 - Slide

Stam: 
Sporenplanten
Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 14 - Slide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 15 - Slide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 16 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 17 - Slide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 18 - Slide


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 19 - Quiz

Aan het (huis)werk
Opdracht 12 en opdracht 14 (blz 88 en 90 t/m 91)
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Nakijken 
Wel celwanden, wel celkernen, wel bladgroenkorrels

12.1
Sporenplanten
Zaadplanten
12.2
Ja
12.3
Nee
12.4
12.5
In sporendoosjes (die op steeltjes boven de mosplantjes uitsteken)
12.6
In sporenhoopjes (aan de onderzijde van de bladeren)
12.7
Een zaadplant. Dat kun je zien aan de bloemen aan de boom. 
12.8
Klaver 
Brandnetel
Waterpest
Riet
Paardenbloed
Roos
Klimop
Weegree
Distel
Tarwe
Mais
Linde
Wilg
Berk
Populier
14

Slide 21 - Slide

Sporenplant
Sporenplant
Zaadplant
Zaadplant
Mos
Varen
Bloem
Gras

Slide 22 - Drag question


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 23 - Quiz


Behoort tot de stam van de ......
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
bomen en struiken
D
planten

Slide 24 - Quiz


Ridderspoor is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 25 - Quiz


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 26 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide