Reading theory - L1

Reading theory - L1
Read the information on the next slides. 
Make notes to remember. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Reading theory - L1
Read the information on the next slides. 
Make notes to remember. 

Slide 1 - Slide

1
Before reading - voor het lezen 

  • Beeld vormen van de tekst. 

  • Met wat voor soort tekst heb je te maken? Is het een advertentie, een ingezonden stuk, een artikel, enzovoort?

Slide 2 - Slide

2A
Leesstrategie 1:

Skimmen: je gaat de tekst snel lezen, omdat je ongeveer wilt weten waar de tekst over gaat. Je doet dat door naar opvallende stukjes te kijken en van iedere alinea de eerste en de laatste zin te lezen.

Bij een vraag over de hele tekst, ga je skimmen. Je gaat zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.

Slide 3 - Slide

2B
Leesstrategie 2:

Scannen/zoekend lezen
: je moet zoeken naar bepaalde informatie. Als je dat gevonden hebt, hoef je de rest van de tekst niet te lezen.


Bij vragen naar specifieke informatie, ga je scannen.
Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, ga je op zoek naar bedragen.

Slide 4 - Slide

Leesstrategie 3: 

Intensief lezen: Hierbij neem je de tekst woord voor woord, regel voor regel, door.


Als er in een vraag regelnummers gegeven worden, is het vaak de bedoeling dat je de gehele alinea intensief leest. Dit geldt ook als er een alinea aangegeven is 
2C

Slide 5 - Slide

Meerkeuzevragen 

- Vragen worden in chronologische volgorde gesteld
- Lees alleen de vraag en het stukje waar volgens jou het antwoord in staat. 
- Formuleer een antwoord > vergelijk 
- Kies het antwoord dat het meest op jouw antwoord lijkt. 
- Kom je er niet uit, dan is het vaak een kwestie van een paar keer 'heen en weer' lezen.
- het antwoord MOET in de tekst staan. NIET proberen logisch na te denken. 
3

Slide 6 - Slide

Onbekende woorden

Bij lezen (en luisteren) zal je woorden tegenkomen die je niet kent. Als je te veel woorden niet kent (meer dan 10%), zul je moeite hebben met de tekst. 

Onbekende woorden hoeven niet altijd problemen op te leveren of opgezocht te worden in het woordenboek. Er zijn manieren om achter de betekenis van een woord te komen >>>> 
4

Slide 7 - Slide

4A
  •  probeer de betekenis te raden door de hele zin goed te lezen. (CONTEXT!) 

  • kijk of het woord lijkt op een Nederlands woord of een andere taal die je kent.

Denk na of je dit woord echt nodig hebt om antwoord op de vraag te geven. 
Ja? zoek het woord op 
Nee? lees verder 

Slide 8 - Slide

Leer de signaalwoorden
Deze woorden geven verbindingen aan in de tekst. Zo geven ze je meer informatie over hetgeen dat gezegd wordt. 

bv. Eventhough is een signaalwoord en geeft vaak een tegenstelling aan. 
I like you, eventhough you talk too much

Op de volgende dia staat een link naar een website met signaalwoorden. 
5

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Je kunt via de volgende websites thuis oefenen


Slide 11 - Slide

Noem 3 dingen die je nu weet over leesstrategieën.

Slide 12 - Open question

Noem 1 ding dat je nog niet begrijpt
of een vraag over hebt.

Slide 13 - Open question