H3.1 les 2 isotopen 22_23

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3.1 isotopen

Leg je schrift en pen op tafel

H3.1 isotopen

Leg je schrift en pen op tafel

Leerdoelen

- Je kunt de bouw van een atoom beschrijven en tekenen

- Je kunt het begrip isotoop gebruiken

Deze les

- wat weet je nog van de vorige les?

- uitleg isotopen

- eigen werk

Wat betekent het getal 35 in Cl-35?

1. 35 is het atoomnummer dit is het aantal protonen
2. 35 is het massagetal dit is het aantal neutronen
3. 35 is het atoomnummer dit is het aantal neutronen
4. 35 is het massagetal dit is het aantal protonen plus het aantal neutronen

Wat is juist?
I De lading van een proton is 1+ en de massa is 1
I De lading van een neutron is 0 en de massa is 0

1. alleen I
2. alleen II
3. beide
4. geen van beide

Wat is juist?
I het aantal protonen is altijd gelijk aan het aantal neutronen
II het aantal neutronen is altijd gelijk aan het aantal elektronen

1. alleen I
2. alleen II
3. beide
4. geen van beide

Wat is de atoommassa van dit atoom?

1. 7 u
2. 14 u
3. 21 u
4. 28 u

Wat betekenen de getallen bij het symbool van helium?

1. er zijn 2 protonen en 2 neutronen
2. er zijn 2 protonen en 4 neutronen
3. er zijn 4 protonen en 2 neutronen
4. er zijn 4 protonen en 4 elektronen

zijn er nog vragen over het huiswerk?

(opgave 1, 8 en 10 van H3.1)

Herhaling

Uitleg

wat zijn isotopen?

Bekijk de afbeelding en bedenk zelf een definitie:

wat is hetzelfde?

wat is verschillend?

isotopen...

zijn atomen met

- hetzelfde atoomnummer (hetzelfde aantal protonen)

- verschillend massagetal (aantal neutronen verschilt)

noteer & leer

Voorbeeld: 

aantal protonen
aantal neutronen
aantal elektronen

Isotopen noteren

1. Ne-22 (het getal achter het symbool is het massagetal)

2. 22Ne  (het getal boven achter het symbool is het massagetal)

3.               (het getal boven achter het symbool is het massagetal)

​10​​22​​Ne

22

welke deeltjes zijn isotopen van elkaar?

1. 2 en 3
2. 1, 2 en 4
3. 3 en 4
4. 2, 3 en 4

Welke atomen zijn isotopen van elkaar?
zwart = proton
wit = neutron
(negeer elektronen)

1. 1 en 3
2. 2 en 3
3. 1 en 4
4. 1, 2 en 5

Eigen werk + Huiswerkcontrole

Maken: H3.1 opgave 4, 9

Doorlezen: blz 124 t/m 126

Leren: H3.1 tabel 1, tabel 2 (niet massa in kg!),definitie atoomnummer en massagetal en wat zijn isotopen

Maken: je werkblad invullen en inleveren