les 2: H1.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Programma van vandaag

Paragraaf 1.1 - nabespreking

Leerdoelen van de dag

Paragraaf 1.2 - uitleg 

Afsluiting en terugblik leerdoelen

Soorten kaarten

Welk soort kaart?

Welk soort kaart?

Bevolking

Bevolkingsdichtheid = ...................

Bevolkingsspreiding = ...................

Schaalberekening

Schaal laat zien hoeveel de kaart is verkleind

Als je de schaal weet, kun je de afstanden op de kaart berekenen

Schaalniveau's 

In- uitzoomen

SCHAALNIVEAU'S

Lokaal schaalniveau

Regionaal schaalniveau

Nationaal schaalniveau

Internationaal (continentaal) schaalniveau

Mondiaal schaalniveau

Bevolkingsdichtheid

Je bent de koning/koningin van je eigen eiland. In jouw land wonen ..... mensen en je land is ...... km2 groot. Bereken de bevolkingsdichtheid van jouw land. 

Vergelijk met je buurman/buurvrouw. In welk land een grotere bevolkingsdichtheid?

(ter vergelijking: Nederland 41.543km2, ong. 17.000.000 inwoners)

Wat is bevolkingsdichtheid?

1. Het aantal mensen dat bij elkaar in de straat woont
2. Het aantal mensen dat op een vierkante kilometer woont
3. Het aantal mensen dat verhuist naar het platteland

De bevolkingsdichtheid is in .... het hoogst.

1. Limburg
2. Flevoland
3. Drente
4. Zuid-Holland

Dit is een thematische kaart.

1. goed
2. fout

Dit is een thematische kaart.

1. goed
2. fout

De schaal op de kaart is 1: 250.000

Hoeveel meter in het echt is 1cm op de kaart?

1. 2,5
2. 25
3. 250
4. 2500

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Schaalniveau

1. Lokaal
2. Regionaal
3. Mondiaal
4. Continentaal

Schaalniveau:

1. Regionaal
2. Lokaal
3. Nationaal
4. Mondiaal

Schaalniveau:

1. Continentaal
2. Regionaal
3. Nationaal
4. Lokaal

Schaalniveau:

1. Mondiaal
2. continentaal
3. regionaal
4. lokaal

Wanneer je van lokaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........

1. Uitzoomen
2. Inzoomen

Studiewijzer in teams

Groepjes maken voor activiteitendagen

Zelfstandig werk/ werken in duo's

Maak paragraaf 2, 1 tm 8

Niet af -> huiswerk voor volgende week

Eerder klaar? -> Samenvatting maken over paragraaf 1 en 2

Let op: volgende week formatieve toets over 1.1 en 1.2