EHBO BBL les 5

EHBO

Thema 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EHBOMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

EHBO

Thema 5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
  • Weet je wat vitale functies zijn
  • Weet je wat een normale ademhaling is en waar je deze aan kan herkennen
  • Weet je wat het verschil is tussen een flauwte en bewusteloosheid

Slide 2 - Slide

Welke organen behoren tot de vitale organen?

Slide 3 - Open question

Vitale Functies
  • Dit zijn de meest belangrijke functies in het lichaam en zijn onmisbaar zijn voor het behoud van leven. Met andere woorden: deze functies houden het menselijk lichaam in leven.

  • De vitale functies die we kennen zijn: ademhaling, circulatie (hartslag en bloeddruk), bewustzijn, temperatuur.

Slide 4 - Slide

Vitale functies
Vitale organen:

- Hersenen
- Longen
- Hart


Slide 5 - Slide

ademhaling

Slide 6 - Slide

Normale ademhaling
Ongeveer 12 keer per minuut

Nooit(!) vertellen dat je een ademhaling gaat tellen

Slide 7 - Slide

Beoordelen van de ademhaling
- Slachtoffer altijd op de rug leggen
- Beoordelen in 10 seconden
- Kijken-luisteren-voelen


Normale ademhaling: je hoort geen geluid, ademlucht is voelbaar, borst/buik gaan regelmatig op en neer. Slachtoffer mag geen benauwde indruk geven

Niet normale ademhaling: ademlucht is niet of slecht voelbaar. Je hoort geluid. Borst en buik gaat niet of nauwelijks op en neer. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Belemmering van de ademhaling
Als iemand bewusteloos is kan de ademhaling belemmerd worden.
  • zachte delen in de mondholte verslappen
  • speeksel, braaksel, bloed
  • niet kunnen ophoesten door verslapping
  • normaal ademend slachtoffer in stabiele zijligging leggen
  • stabiele zijligging? elke minuut ademhaling controleren

Slide 10 - Slide

Bewusteloos en geen (normale) ademhaling
Start reanimatie
Twijfel je of het een normale ademhaling is? Dan start je ook met reanimatie. 

Slide 11 - Slide

Verschil
Bewusteloosheid vs flauwte

Slide 12 - Slide

Flauwte is vaak ernstiger dan bewusteloosheid
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Flauwvallen:
- kortdurend
- komt vaker voor

Symptomen: 
- reageert wel op prikkels
- gelaat: bleek
- zweten en koude huid
- < 2 min. bewusteloos
- gewone spierspanning
-reflexen normaal

Bewusteloos:
- langer durend
- ernstig 

Symptomen:
- niet reageren op prikkels
- gelaat: blauw of bleek
- zweten en koude huid
- > 2 min. bewusteloos
-spierspanning verdwenen
-reflexen verdwenen

Slide 14 - Slide

Wat is een flauwte
A
tijdelijk minder bloed naar de hersenen
B
tijdelijk minder bloed naar de organen
C
tijdelijk meer bloed naar de hersenen
D
tijdelijk meer bloed naar de organen

Slide 15 - Quiz

Een shock is ernstiger dan een flauwte
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Na een flauwte geven we het slachtoffer ... te drinken.
A
Na 15 sec.
B
Nooit
C
Als slachtoffer het drinken zelf goed vast kan houden

Slide 17 - Quiz

Bij EHBO zijn er 5 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor deskundige hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Slide 18 - Quiz

Hoe controleer je de ademhaling bij een slachtoffer?

Slide 19 - Open question

Als een slachtoffer bewusteloos is en geen normale ademhaling heeft
A
Leg je het slachtoffer in de stabiele zijligging
B
Start je met reanimatie
C
Voer je de snelle kantelmethode uit

Slide 20 - Quiz

Als je een slachtoffer op zijn buik vind:
A
Laat je hem liggen tot de ambulance er is.
B
Draai je hem op zijn rug
C
Leg je hem direct in de stabiele zijligging
D
Gebruik je de handgreep van Rautek

Slide 21 - Quiz

Je controleert de ademhaling van een bewusteloos slachtoffer in de stabiele zijligging door:
A
De kinlift, kijken, luisteren voelen
B
Kijken luisteren voelen
C
Door een hand op de buik en een hand op de rug te leggen
D
Door hem terug te draaien op zijn rug.

Slide 22 - Quiz

Tot volgende week

Slide 23 - Slide